Roeping. Jaargang 2

[p. 434]

[Rob de Wilt]

Het kindje dat mij op den weg begroet
- ik had haar nooit gezien
schijn ik haar dan zo goed -
zij heeft een enkel woord slechts, zo ook ik
en wij gaan voort.

Maar dit gedenkend word ik moe
en traag mijn tred
keer ik dan huistoe, zag ik graag
nog eens het meisje
dat haar gang heeft voortgezet.

Zo zet zich alles vast in mij
ging het voorbij
het wordt een last
Hoe zal ik dragen alle zoeternij
der wereld die zich in mij tast.

Dat het één vrucht zij Jezus, buiten mij
als de zon: gewoon maar schoon en goed
voor de mensen elke dag een groet
in Uw macht
als een kind volbracht.

ROB. DE WILT