Uit 'n dagboek.
5 Oktober.
Wij hebben onder 't roken van veel pijpen kaart gespeeld: wij waren soms antoesiast en we hebben veel gelachen bij 't uitstoten van ‘zware rookwolken.’
Heel de avond is zo gepasseerd. -
En heeft er wel één van ons een avondje misère-ouvert gespeeld met z'n ziel voor Jezus? en z'n ziel als een rij open kaarten op de gladde tafel laten glijden als een onbetwistbaar geval? Wie is zo openhartig en oprecht voor Jezus, en vreest niet dat Hij gebogen zal staan over onze open ziel? -
- We houden even 'n troef in, als één van ons vertelt, dat Yokohama en Tokio verdwenen zijn van de aarde, en dat honderdduizenden van onze gele broeders en zusters te kermen liggen in 't wanhopig verdriet van hun geruïneerde land. Werden we zelfs gevoelloos voor wereldsmart? Doen we beter dan 'n Hollander, die bij 't lezen van 't groene schrikwekkende telegramvelletje achter de bonte reklame-ruit der sigaren-winkel verzucht: ‘nou is 't gele gevaar voorlopig geweken’?
In vele harten, stille verwachting dat Holland geen vloot meer behoeft: de kranten worden weer belangwekkend en 't loket aan de lumineuze bioscoop te klein voor de uitgespaarde senten.
Evangelies vertouwen - subliem, wijl op 't randje af vermetel - van alle Kalvinisme gezuiverd, wil de vlootmiljoenen inschepen naar 't gewantrouwde Japan. Gods hemelvloot krijgen we ervoor tot bondgenoot.
Maar 's lands finansier heeft ‘berekend’ en er moet bezuinigd allereerst op 't ‘vertrouwen en de liefde.’ -
Ik doe niet beter met 't leven te zoeken op een kaarttafeltje. 't Wordt laat en triomfantelik staan we op: we hebben weer teorie tot daad gesmeed: we zijn rijker aan wat men noemt ‘levenservaring’. Daarom trappen we de houten stoel onder tafel, en steken de handen op zak.
◽ ◽ ◽