zeggen aan 't adres van Joz. Wielders en consorten. Zij wees op 't recht der Kerk. Joz. Wielders betwijfelde of 't wel raadzaam was in deze tijd daarop te wijzen. Ja dunkt mij, met de Gildeboekredactie, juist in dezen tijd, en indien Joz. Wielders het streven van St. Bernulfus kent, komt hij ertoe dat gilde door zijn lidmaatschap en medewerking te steunen en zoo tusschen excessen naar beide kanten, den stroom binnen de ware bedding te helpen leiden.
Onwaardig en waardeloos noemde ik daarjuist dit antwoord. Over dat lidmaatschap van St. Bernulf alleen maar dit, dat Joz. Wielders al heel lang lid is, en voor 't Gildeboek en voor et goede daarin heeft hij al heel wat propaganda gemaakt.
Maar wat 'n vervalsing van de waarheid, dat hier durft gezegd te worden: De redaktie van 't Gildeboek wees op 't recht der Kerk. Joz. Wielders betwijfelde, of 't wel raadzaam was in deze tijd daarop te wijzen. Dat is zo openlik onwaar en lasterlik, dat kap. De Kroon in geweten verplicht is, die openlik uitgesproken aantijging openlik te herroepen.
◽ ◽ ◽
Nog zijn we niet aan 't eind van deze eerlike geschiedenis. 'n Paar weken na bovenstaande schrijft Dr. Gerard Brom over de kruisweg van Servaes:
‘Hij mocht niet binnen 't heiligdom blijven, omdat hij de kleinen ergerde. Ja, de zorg voor de kleinen is een zuivere vorm van Christenliefde, maar Christenliefde omvat meer dan de kleinen alleen. Bestaat er ook geen ergernis aan de groten, die soms even goed bescherming nodig hebben tegen een sprinkhanenplaag van kleingeestigheid? In de eerste de beste kerk worden intellectuelen door een gruwelike wansmaak geërgerd: ze hebben mogelik een beetje recht om op hun beurt eens in een enkele kapel, heel bescheiden ergens ver buiten de stad, gesticht te worden.’
Dat is presies etzelfde wat Wielders geschreven heeft, alleen niet gezegd op diens bescheiden wijze, maar fel en brutaal. Ik beweer niet dat Brom et verkeerd doet; ik wijs alleen op die sterk verschillende manier, omdat kapelaan De Kroon in Het Huisgezin van 10 Maart 1923, deze woorden van Brom aanhaalt; en dan.... ook net als bij Wielders bliksemt met uitspraken van de Congregatie, en beschuldigt van onkerkelike geest? Neen, heel lief zegt hij van Broms artiekel: ‘Een sterk betoog, als we van Brom gewoon zijn, zonder ons te overtuigen heel en al van het goed recht der excessen door Walschap ('n Vlaamse bespreker van Servaes) gesignaleerd.’
Dat heet eerlikheid en waarheid.