Print Het Roelantslied(1981)–anoniem Roelantslied Vorige Volgende [p. 406] L Sonder alleen god die goede * Was der kersten hoede 2526 Oec soe sendi waerlijcke 2526 450 Enen jnghel van hemelricke 2527 Die siins soede nemen goem 2529 Ende brochten in enen drom * 2544 Dat iij griffoenen quamen Daer sij groete scade bij namen 2533 455 Ende een ongeweder te groot Ende dochten roelant wesen doot 2535 Oec docht hem comen een vier * (..........................) [8V] Daer na karle vernam 2549 460 Dat een lioen quam 2550 Grammelic te hem wert Daer hij sier of was verwert * 2548 Die hij ont gaen niet en conste Te roepene hij be gonste 465 In sinen droem hardde zier Dus lach karle die heer Wan droerae tongemake * 2554 Nochtans en wert hij niet en wacke 2555 Ende na desen vaere 2556 470 Dochten dat sij in vranckerijc waer In sinen payse geuaren 2558 Doen sach hij wel .xxx. baren * 2558 Comen als hem dochte 2559 Die elc als een man spreken mochte 2560 475 Ende hiesschen dat hij hen gaue 2562 Haer macht sij wouden daer aen Selue rechten ende wreken * Aldus consten sij hem spreken 2563 Ende een liepen van sinen hoeue 480 Die hem dienen woude te loue 2564 Vechten jeghen die meeste Soe tellent ons die jesten * 2567 Nochtan en viest hij niet wij verwan 2569 Aldus droemde den edeleman Vorige Volgende