Print Het Roelantslied(1981)–anoniem Roelantslied Vorige Volgende [p. 318] [H/L] H L * C 1446 Doen sprac roelant (...) graue 10 In wilre niement lachter aue Want het waer een vule dinc Datdic dus comen den conic Dats onse vianden niet en wisten * Si soudent tien in quader liesten 15 Wanneer sijt hadden vernoemen Dat my van bloothei(d)en waer comen V4 1014 Eer willic vechten harde V4 1014 Met dueren daelde met mynen sweerde V4 1016 Ende saelt hen doen rouwen 20 Des moch di my betruwen V4 1016 Dat si hier comen sijn Behout mi god dat leuen myn V4 1017 Eer willic steruen eerlike * V4 1017 1 Dan lachter had vrancrike [1R, a] Eer lachter hebben vranckerijcke 1082 Oliuier sprac roelant 25 Doen sprac te roelande oliuier Ic neme der lachter op my hier Van ons allen hier te voren V4 1022 Woudi blazen den olifan(t) Wildij blasen den horen * (D)at soudic gherne sien 5 Mochtic v bringen indien Trouwen seitti neen ghi niet Trouwen seet hij ne nic niet 1089 Dan wille god (n..) gescie(.) 1090 (D)at zoete vrancrike bi mi * 1090 Sijn eere verliese hets so vri 30 (.......) hets sonde dij [1V] 10 Pensen wi om die ere (..) wij h(..) om die ere 1092 (..) conic onsen here 1092 (..) omme groette sclaghe sal minnen Vorige Volgende