waarheid zoals blijkt uit Christus' woorden: ‘Niemand kan God en zijn eigen rijkdom dienen.’ Wie dus zijn bezit dient, kan God niet dienen. En als je God niet dient, hoe kun je hem dan liefhebben? En als je God niet liefhebt, hoe kun je hem dan aanbidden, want dat kan niet zonder liefde.
Keer tot jezelf, gierigaard. Vraag je hart of je een van tweeën wilt opgeven, God of je grote rijkdom. Wat wil je opgeven en wat wil je behouden? Dat weet je zelf het best. Onze Heer zegt: ‘Het hart is bij wat ons het dierbaarst is.’ Augustinus zegt: ‘De mens aanbidt wat hij het meeste liefheeft.’ Ook al ontken je dit, gierigaard, je daden bewijzen het tegendeel. Want Gods raad is armoede en aalmoezen, maar jij doet niets dan rijkdom vergaren en je medemens afpersen. Daarom staat er in de boeken: rijkdom nastreven is God verloochenen. De heidenen verloochenen God omdat zij niet geloven of weten dat Hij bestaat. Anders zouden zij God wel eren. Maar de christelijke gierigaard weet wel dat God de hoogste heer is, want als men het hem vraagt, zal hij het niet ontkennen. Maar desondanks wil hij Hem niet liefhebben, alsof hij wil zeggen: ‘Ik weet wel dat ik God veel verschuldigd ben, maar ik geef het niet.’
De Heilige Schrift bevat nog veel meer bewijsplaatsen maar deze zijn voldoende om de verderfelijkheid van de hebzucht te tonen: deze zonde gaat in tegen het voornaamste gebod. Paulus schrijft bovendien: hebzucht is de wortel van alle kwaad. Onthoud deze woorden, mijn goede vriend, en probeer te voorkomen dat deze wortels in uw tuin ontspruiten, want hieruit groeien de takken van alle zonden.
Hebzucht maakt dieven, moordenaars, rovers, woekeraars, hoeren en verraders. Ja, ook verraders en mensen die God verkopen, zoals men leest van Judas. Toen deze dronken van hebzucht was, werd zijn dorst naar gewin zo groot dat hij zijn meester verkocht voor dertig penningen. Helaas, tegenwoordig zijn sommigen nog erger dan Judas, vooral priesters die God niet voor dertig maar voor slechts één penning verkopen. Zij