Proloog
De eeuwige waarheid van het evangelie zegt dat niemand twee heren kan dienen; wie dat probeert, zal de één liefhebben en de ander haten. Beminde in onze Heer, ik vrees dat deze woorden u aangaan. U bent een ridder die de wereld dient, zoals uw stand en uw aanzienlijke familie bewijzen, maar de wereld en haar dienaars staan onder andere heerschappij dan van Christus, wiens naam u draagt als christen. U hebt beloofd Hem te dienen toen men bij uw doop in uw naam sprak: ‘Credo.’ Dat betekent: ik geloof. Later hebt u dit, naar ik hoop, zelf vrijwillig beleden in het vormsel, dat in het Latijn confirmatio genoemd wordt. Dat wil zeggen: een bevestiging. Christus getuigt zelf: ‘Mijn rijk is niet van deze wereld.’ En elders zegt Hij: ‘De prins van deze wereld heeft niets bij mij gevonden.’ Mijn goede vriend, daarom moet u niet langer deze twee vijandige prinsen proberen te dienen, maar de een trouw blijven en de ander ontrouw worden. Mij dunkt echter dat u nu trouw bent aan de prins die u uiteindelijk slecht zal belonen. Dat u hem dient, maak ik op uit het feit dat u zijn raad opvolgt en het meest met zijn dienaars omgaat. En uit iemands gedrag blijkt wie hij liefheeft, zoals de heilige Gregorius zegt.
U moet partij kiezen; u kunt zich er niet aan onttrekken. De strijd tussen deze vorsten duurt eeuwig en de profeet Job zegt dat het leven van de mens een ridderschap is. Door Gods genade ben ik Zijn ridder; daarom heb ik uit naastenliefde op mij genomen u te onderwijzen over de hoedanigheid van deze twee heren, hun macht, hun land, hun helpers, hun hofhouding, wie zij zijn, welke beloning zij hun dienaars geven, waarom zij dagelijks strijden en welk belang het heeft dat ook wij