| |
| |
| |
Namenlijst
In deze lijst zijn niet alleen alle eigennamen, maar ook
de belangrijkste personen opgenomen. Elk lemma
bestaat uit twee of drie delen: de regelnummers
waarin de persoon wordt genoemd (cursieve cijfers verwijzen naar de
hoofdstuktitels), de versnummers van het Brusselse
fragment, en een korte omschrijving, soms
aangevuld met wat er over de betreffende persoon
uit de literatuur bekend is.
Bij het samenstellen van deze lijst hebben we - naast de
bekende Flutre 1962, West 1969 en West 1978 -
Boerma 1979 dankbaar gebruikt.
L. Jongen A. Meesen
AMELANT (Amelants; Amelante/Amelande): 726,
862, 881, 884, 896, 898, 900, 950, 963,
964, 982, 993, 1016, 1030, 1034, 1038,
1044, 1055, 1057, 1065, 1088, 1119,
1155, 1159, 1168, 1185, 1201, 1220,
1226, 1242, 1249, 1353, 1375, 1434,
1451, 1460, 1468, 1471, 1474, 1478,
1487, 1492, 1496, 1518, 1521, 1525,
1529.
- tegenstander RIDDER(E)
METTER
MO(U)WE(N). |
|
ARRAGOEN, coninc van: 2854, 2894, 2919,
2932, 2950, 3221, 3300.
- belegert CLARETTE; een
‘coninc van
Arragoen’ komt ook
voor in Walewein
ende
Keye (zie
Boerma 1979). |
|
ARTUR (Arturs; Arture)(coninc; conincs): 2,
7, 11, 21, 24, 48, 57, 62, 80, 85, 95,
97, 99, 102, 118, 312, 422, 438, 580,
583, 622, 635, 719, 1092, 1172, 1183,
1253, 1262, 1272, 1288, 1292, 1302,
1319, 1364, 1421, 1465, 1499, 1539,
1545, 1557, 1560, 1570, 1575, 1787,
1796, 1808, 1957, 1976, 2002, 2037,
2082, 2106, 2115, 2119, 2131, 2167,
2170, 2223, 2225, 2241, 2250, 2252,
2255, 2258, 2263, 2272, 2280, 2296,
2322, 2336, 2372, 2459, 2467, 2514,
2663, 2836, 2838,
2842, 2844, 2860, 2868, 2872, 2886,
2901, 2952, 2959, 2965, 2972, 2987,
3070, 3093, 3099, 3100, 3109, 3113,
3185, 3188, 3190, 3198, 3202, 3226,
3232, 3242, 3284, 3304, 3316, 3318,
3360, 3578, 3989, 3994, 3999, 4006,
4007.
- fragment: 236,
245, 285, 298,
313. |
|
BARTANGEN: zie BERTANGEN |
BERTANGEN: 2840, 2948, 3459, 3991.
- fragment:
308(Bartangen). |
- Brittannië, het rijk
van koning
ARTUR. |
|
CARADOS: 722.
- minnaar van CLARETTE;
een Caradoc
(Karados),
bijgenaamd Briebas
(Brief Bras = Cort
aerm; zie Boerma
1979) treedt in de
Arturliteratuur op
als ridder van de
Tafelronde. In een
aantal versromans
(o.a. in Die Wrake
van
Ragisel)
is hij de winnaar
van de hoorn- of
mantelproef (zie
Gerritsen 1963, pp.
250-256). Het is
niet zeker of deze
Caradoc dezelfde is
als CARADOS, here
vander riviren, uit
RRmM. |
|
CARDELOET: zie KARDELOET. |
CARDOEL: zie KARDOEL. |
CARLIOEN: zie KARLIOEN. |
CARMELOET: 1641.
- residentie van koning
ARTUR; ofschoon
Karmeloet (Carmelot,
Carmeloet, Kameloet;
zie Boerma 1979) in
de Artur-literatuur
een van de bekendste
verblijfplaatsen van
Artur is, is deze
plaats in RRmM
gelijk aan
KARDOEL. |
|
CEFALUS (Cefaluse): 446(Sephalus), 514 (Cephalet),
519(Cephalus), 530(Cephalus) 534, 569,
574, 652, 1062, 1070, 1083, 1158, 1194,
1217, 1227, 1429, 1811.
- fragment:
33(Cepalus),
212(Cephalus),
223(Cephaluse). |
- broer van EGLETINE en
‘knape’ van de
RIDDER(E) METTER
MO(U)WE(N). |
|
CEPALUS: zie CEFALUS. |
CEPHALET: zie CEFALUS. |
CEPHALUS: zie CEFALUS. |
| |
| |
CLARETTE (Claretten): 38, 175, 200, 210,
341, 440, 669, 671, 716, 736, 828, 877,
1020, 1023, 1050, 1176, 1359, 1412,
1534, 1542, 1547, 1558, 1732, 1768, 1788, 1802,
1804, 1807, 1829, 1877, 2006, 2024,
2076, 2099, 2118,
2227, 2244, 2838,
2849, 2869, 2881, 2896, 2908, 2922,
2937, 2938, 3146, 3176, 3218, 4002.
- fragment: 155,
263, 273, 307. |
- vriendin, later
echtgenote van de
RIDDER(E) METTER
MO(U)WE(N); in
Oudfranse
Arturteksten komt
geen Clarette, nicht
van Walewein, voor.
Misschien is haar
naam afgeleid van
Claris(s)ant,
Waleweins zuster, in
Chrétiens Perceval. |
|
CONINC1: zie ARRAGOEN,
coninc van. |
CONINC2: zie ARTUR. |
CONINC3: zie
CORNUWALGEN, coninc van. |
CONINC4: 2460, 2466.
|
CONINC5: zie YRLANT,
coninc van. |
CONINGINNE1
(conninginnen/coninginnen): 8, 30, 35,
58, 78, 115, 122, 125, 134, 136, 137,
140, 153, 161, 169, 172, 199, 202, 215,
297 (Genevren), 308, 327, 367, 371, 376,
401, 408, 416, 432, 438, 719(Genevren),
1546, 1570, 1578, 1630, 1634(Jenevre),
2326, 3110, 3274, 3286, 3297, 4006.
- fragment:
200(conincine), 251
(conincinne),
283(conincinne). |
- echtgenote van ARTUR,
vriendin van
LANCELOET. |
|
CONINGINNE2: zie VROUWE. |
CORNUWAELGE: zie CORNUWALGEN. |
CORNUWALGEN (Cornuwalge), coninc van: 3496,
3539, 3589, 3661, 3664, 3691, 3713,
3724, 3735, 3746, 3751, 3760, 3765,
3770, 3794, 3812, 3831, 3846, 3849,
3857, 3865, 3870, 3873, 3877, 3878,
3887, 3899, 3910, 3918, 3938, 3944,
3953, 4015(Cornuwaelge).
- belegert ARTUR;
misschien is zijn
slechte reputatie te
verklaren uit
invloed van de Tristan
en
prose (zie
Janssens 1982, p.
312). |
|
DOEVRE: 1773, 2156.
- de Engelse kustplaats
Dover. |
|
DUCTALAS: 37, 539.
- ridder van de
Tafelronde; komt
alleen voor in RRmM;
hoor- of leesfout
van ‘duc Talas’ (zie
Inleiding). |
|
DUVENGAEL: 2912.
- ridder van de
Tafelronde; komt
niet voor in
Oudfranse teksten;
ontleend aan de Walewein?
(zie Janssens 1982,
p. 312). |
|
ECGRAVEIN: 2913.
- ridder van de
Tafelronde;
waarschijnlijk
dezelfde als
Acgravein, broer van
Walewein (zie Boerma
1979 en Janssens
1982, p.
312). |
|
EGLETINE (Egletinen): 450(joncfrouwe),
463(joncfrouwe), 476, 482,
487(Eglentinen), 489(joncfrouwe), 501,
509, 1230, 1304, 1352(joncfrouwen),
1417, 1455 (Eglentinen).
- zuster van CEFALUS; in
Oudfranse, hoofse
teksten komen
verschillende
vrouwen voor met de
naam Aglentine,
Aiglentine,
Englentine (zie
Flutre 1962). |
|
EGLENTINEN: zie EGLETINE. |
ELICANAS: zie ELYCONAS. |
ELYCANAS (Elycanase): zie ELYCONAS. |
ELYCONAS: 755(fel riddere), 767(rode
riddere), 810, 814(roden riddere), 832
(Elycanase), 834(rode), 962, 1259, 1270
(Elicanas), 1282(Elycanase),
1346(Elycanas).
|
EREC: 23, 28(Eres), 539, 2912, 3125.
- ridder van de
Tafelronde, zoon van
koning LAC. Ofschoon
hij de hoofdpersoon
is in Chrétiens Erec et
Enide,
heeft de auteur van
de RRmM hem
waarschijnlijk
ontleend aan de
prozaversie van
Chrétiens roman die
deel uitmaakt van de
Tristan
en
prose (zie
Janssens 1982, p.
312). |
|
ERES: zie EREC. |
FELLE WOUT (Fellen Woude): 546(tFelle Woud
sonder Genade), 558(Wout sonder
Genaden), 799(Wout Fel), 924, 1077,
1284, 1333, 1376.
- fragment: 215. |
- Zie Draak 1936b en
Janssens 1980, pp.
62-65. |
|
FELLOEN: zie FELLON. |
FELLON (Fellons; Fellone): 959, 959, 968,
982(Felloen), 988, 989, 1001,
1004(Felloen), 1010 (Felloen), 1016,
1031, 1034, 1053, 1096, 1110, 1117,
1120, 1142, 1148, 1164, 1165, 1225,
1278.
|
| |
| |
GALIAS: zie GALYAS. |
GALYAS (Galyase): 2238 (Galias), 2240, 2247,
2272, 2279, 2302(Galias), 2312, 2326,
3097, 3193(Galias), 3194, 3195, 3228, 3233, 3236,
3243, 3257, 3267(Galias), 3275, 3281,
3293, 3298 (Galias), 4018 (Galias).
- neef van KEYE; alleen
in RRmM. |
|
GARIëT: 2916.
- ridder van de
Tafelronde;
waarschijnlijk een
broer van
Walewein. |
|
GASTOLUS: 720.
- minnaar van CLARETTE;
alleen in RRmM. |
|
GENEVREN: zie CONINGINNE1. |
GOD (Got; Gods/Goeds; Gode): 107, 108,
113(Godweet), 122, 174, 178, 180, 197,
233 (onse Here), 260, 278, 281, 290,
305(Goddanc), 317, 326(Godweet), 399,
477, 492 (Godweet), 537(Godweet), 614,
623, 643 (Godeweet), 657, 663(onsen
Here), 731, 763(Here), 772(Live Here),
776, 805, 807(onsen Here), 857,
969(Godsat), 972, 985, 991, 1025, 1051,
1063(onsen Here), 1136(onsen Here),
1184, 1199, 1363, 1365, 1445, 1514,
1517, 1601, 1711(Godsat), 1719(onsen
Here), 1835, 1918, 2063, 2196, 2260,
2360(Godeweet), 2399, 2465 (Godweet)
2501, 2504(onsen Here), 2533, 2574, 2645
(onsen Here), 2651, 2704(Godweet), 2727,
2774, 2840(Godweet), 2892(Godsat), 2900
(Godeweet), 3004, 3019, 3046, 3112
(Godweet), 3119, 3223, 3232, 3262,
3558(Godweet), 3585, 3676,
3748(Godweet), 3850, 3854, 3906,
3959(onsen Here), 3999.
|
GOSENGOES: 2915.
- ridder van de
Tafelronde; dit
personage treedt op
in de Vulgate
Merlin-Continuation
en in de Ferguut
(zie Draak
1934). |
|
HERE: zie GOD. |
INGELANT: 1773.
- fragment: 166. |
- Engeland. |
|
IRLANT, coninc van: zie YRLANT, coninc van |
JENEVRE: zie CONINGINNE1. |
JONCFROUWE1
(Joncfrouwen): 124, 129, 143, 155, 231,
234, 247, 250, 261, 275, 285, 286, 290,
310(maget), 320, 324, 332(maget), 354,
360, 362, 363, 374,
377, 437, 1621.
- mishandeld door RODE
RIDDERE1. |
|
JONCFROUWE2: zie
EGLETINE. |
JONCFROUWE3
(Joncfrouwen): 561, 564, 575, 607, 655,
657, 945, 1056, 1059, 1066, 1080, 1083,
1089, 1187, 1221, 1227, 1238, 1248, 1290,
1296, 1313, 1318, 1364, 1531, 1644, 1656,
1659, 1678(stiefdochter), 1790, 1813.
- fragment: 213
(joncvrouwe). |
- beroofd in het FELLE
WOUT, onterfd door
haar STIEFVADER en
echtgenote van
CEFALUS. |
|
JUDAS (Judase): 1140, 2575. |
KARDELOET: zie KARDOEL. |
KARDOEL (Kardole): 4(Kardeloet), 104, 110
(Cardeloet), 296, 307, 361(Kardeloet),
364, 370, 1256(Cardoel),
1313(Cardeloet), 1464(Cardoel), 1782.
- fragment:
179(Cardeloet). |
- residentie van koning
ARTUR; in RRmM
gelijk aan
CARDELOET. |
|
KARLIOEN: 2962(Carlioen), 3994.
- residentie van koning
ARTUR. |
|
KEYADIJN: 2917.
- ridder van de
Tafelronde. |
|
KEYE (Keys; Keyen): 141, 148, 169, 202, 215,
311, 330, 415, 417, 418, 427, 1561,
1573, 1576, 1584, 1591, 1596, 1598,
1601, 1606, 1612, 1615, 1622, 1626,
1629, 1642, 2239, 2248, 2266, 2273,
2284, 3203, 3233.
- ‘drossate’ van ARTUR;
oom van
CONINGINNE1 en
GALYAS. |
|
KNAPE: zie RIDDER(E) METTER MO(U)WE(N). |
LAC, die coninc: 28.
|
LANCELOET (VAN LAC) (Lanceloets; Lancelote):
37, 538, 638, 717, 921, 1374, 1395,
1539, 1543, 1565, 1569, 2891, 2911,
2923, 2929, 3125, 3278, 3284, 3302, 3321.
- een van de beroemdste
ridders van de
Tafelronde; minnaar
van CONINGINNE1. |
|
LIVE HERE: zie GOD. |
LYNVAEL: 2913.
- ridder van de
Tafelronde (zie
Draak 1934). |
|
MAGET: zie JONCFROUWE1. |
MAGGELWIJN: 2914.
- ridder van de
Tafelronde; wellicht
een verbastering van
Malaquin uit de Tristan
en
prose (zie
Janssens 1982, p.
312). |
|
MARCHELIJS: 728.
|
| |
| |
MARCUS: 72.
|
MARIëN (Sente): zie ONSE VROUWE. |
MAUREGARD: zie MAUREGAERT. |
MAUREGAERT: 2446, 3182(Mauregard).
- kasteel waar de VADER
gevangen zit. |
|
MIRAUDIJS: zie RIDDER(E) METTER MO(U)WE(N). |
MODER: zie VROUWE. |
MOENC: zie RIDDER(E) METTER MO(U)WE(N). |
MONTAENGEN: 727, 1104(Montangen). |
MONTANGEN: zie MONTAENGEN. |
MORELE: 1460.
- paard van FELLON; in
de Oudfranse
letterkunde komen
verschillende
paarden voor met de
naam Moreau/Morel
(zie Flutre 1962).
Vergelijk Torec
(zie Boerma
1979). |
|
ONSE(N) HERE: zie GOD. |
ONSE VROUWE (onser Vrouwe(n)): 181, 665,
1063, 1365, 2064, 2503, 2531, 2774,
3782, 3890(Sente Mariën).
|
PERCHEVAL (Perchevale): 36, 538, 638, 920,
1399, 2082, 2110, 2172, 2910, 2929,
3124, 3302, 3319,
3789.
- een van de
belangrijkste
ridders van de
Tafelronde. |
|
RIDDER(E): zie VADER. |
RIDDER(E) METTER MO(U)WE(N): 1, 90(knape), 96(knape),
115(knape), 117(knape), 149(knape),
157(knape), 201, 218, 238, 248(swerte),
257(swerte ridder), 263 (swerten),
264(swerte), 266(swerten), 267(swerte),
277, 283(swerte), 289(swerte riddere),
335, 358, 382(swerten ridder),
395(swerte riddere), 413, 419, 440, 444,
446, 460,
464, 467, 482, 488, 489, 498, 510, 516,
517, 524, 548, 556, 616, 621, 623, 640,
654, 658, 715(swerten riddere), 733,
758, 761, 768(swerte), 803, 812(swerten
riddere), 813(swerte), 827(swerte
riddere), 837(swerte riddere), 870, 888,
890, 895, 899, 938, 943, 957(swerte
riddere), 983, 1017(swerten riddere),
1019, 1035, 1082, 1109, 1137(swerte),
1151, 1154, 1163, 1178, 1213, 1219,
1224(swerte riddere), 1233, 1295, 1356,
1411, 1435, 1450, 1454, 1470, 1477,
1491(swerte riddere), 1506, 1526, 1529,
1536, 1544, 1556, 1574, 1585, 1592,
1609, 1614, 1616, 1643, 1644, 1645, 1662, 1668,
1690, 1708, 1729, 1731, 1749, 1788, 1812,
1822, 1901, 1946(moenc), 1958(moenc),
1970(moenc), 1972(moenc), 1979(moenc),
2000(moenc), 2004, 2009(moenc), 2028,
2038(moenc), 2043(moenc), 2046(moenc),
2049(moenc), 2051(moenc), 2052(moenc),
2058, 2084(moenc), 2112, 2116, 2118, 2120,
2131, 2137, 2143, 2168, 2194,
2208(Miraudijs), 2220, 2240, 2286, 2298, 2307, 2320,
2334, 2342, 2392,
2400, 2409, 2417, 2428, 2471, 2502,
2530, 2534, 2545, 2578, 2600, 2610,
2620, 2639, 2658, 2666, 2678, 2680,
2693, 2700, 2706(swerte), 2713(swerte
riddere), 2728(swerte riddere), 2755,
2775, 2780, 2785, 2825, 2838, 2853, 2857, 2877,
2939, 2967, 2990, 2998 (swerte riddere),
3024, 3032, 3034, 3041, 3051, 3059,
3060, 3076, 3084(swerte riddere), 3088,
3105, 3149, 3159, 3166, 3174, 3194, 3196,
3200, 3209, 3212, 3223, 3225,
3240(swerte riddere), 3256, 3261, 3266,
3272, 3279, 3302,
3311, 3320, 3344, 3469, 3470, 3476, 3488, 3604,
3631, 3645, 3650, 3673, 3734, 3742,
3749, 3781, 3851, 3889, 3915, 3984,
4013, 4017.
- fragment: 39,
54, 77, 116, 256,
296, 299,
305. |
|
RODE(N) RIDDERE1 (die
rode; den roden): 126, 139, 143, 196,
206, 231, 233, 242, 244, 252, 262, 265,
268, 270, 283, 316, 360(riddere roet),
373, 374, 379, 402, 426, 435, 448, 1620.
- mishandelt
JONCFROUWE1. |
|
RODE(N) RIDDERE2: zie
ELYCONAS. |
ROME: 2249. |
SEPHALUS: zie CEFALUS. |
SPAENGEN LANT: zie SPANGEN. |
SPANGELANT: zie SPANGEN. |
SPANGEN: 341, 2235(Spaengen lant), 2848,
2908(Spangelant).
- fragment: 307. |
- land van
CLARETTE. |
|
STIEFDOCHTER: zie JONCFROUWE3. |
STIEFVADER: 624, 1326, 1644, 1656, 1790, 1817.
- fragment: 227. |
- onterfde JONCFROUWE3;
gedood door de
RIDDER(E) METTER
MO(U)WE(N). |
|
SWERTE(N) (RIDDER(E)): zie RIDDER(E) METTER
MO(U)WE(N). |
TRISTRAM: 66.
- neef van MARCUS;
minnaar van
YSAUDEN. |
|
| |
| |
VADER: 1746, 1781, 2138, 2148, 2182, 2290,
2318, 2341, 2342,
2346, 2352, 2410, 2505, 2763, 2780,
2973, 2978, 2981, 2998, 3186, 3190,
3345, 3470, 3476,
3483, 3488, 3616, 3634, 3645, 3650,
3742, 3749, 3775 (ridders) 3781,
3812(riddere), 3817(riddere),
3835(riddere), 3838(riddere),
3839(riddere), 3855(riddere),
3856(riddere), 3859(riddere),
3868(riddere), 3877 (riddere),
3880(riddere), 3882(riddere), 3892,
3905(riddere), 3915, 3918(riddere),
3922(riddere), 3930 (riddere), 3933
(tridders), 3937(riddere),
3946(riddere), 3972(riddere), 4013,
4017.
- fragment: 177. |
- vader van de RIDDER(E)
METTER
MO(U)WE(N). |
|
VENUS: 676, 738. |
VERMINC: 27.
- vader van YDIER; niet
in Oudfranse
Arturteksten (zie
Inleiding). |
|
VROUWE(N): 1746(moder), 2118(moder), 2126(ene (coninginne)
sonder man), 2134(coninginne), 2147,
2148(moder), 2158, 2169, 2198(moder),
2234(moder), 2411(moder), 3469(moder),
3470(wijf),
3479(moder), 3482, 3486, 3498, 3504,
3541, 3582, 3605, 3606(moder),
3632(moder), 3644, 3672, 3677, 3688,
3694, 3701, 3712, 3722, 3737, 3758,
3775, 3828, 3831, 3852, 3904(wijf),
3916, 3960, 3969, 3979, 3983, 3992,
4014, 4017(moder).
- fragment: 57
(moeder). |
- moeder van de
RIDDER(E) METTER
MO(U)WE(N). |
|
WALEWAIN (Walewains; Walewaine): 35, 538,
636, 920, 1398, 1548, 1558, 2110, 2171,
2222, 2374, 2661, 2872, 2910, 2929,
3124, 3302, 3319,
3988.
- fragment:
195(Waleways),
292(Waleweine)
308(Walewayns). |
- een van de bekendste
ridders van de
Tafelronde. |
|
WOUT FEL: zie FELLE WOUT. |
WOUT SONDER GENADE: zie FELLE WOUT. |
YDIER (Ydiers): 23, 27.
- zoon van koning
VERMINC; in de
Oudfranse bronnen is
Ydier de zoon van
koning Nu(t)(zie
Inleiding). |
|
YRLANT, coninc van: 2839(Irlant), 2888,
2954, 2960(Irlant), 3073, 3129, 3130,
3164, 3170, 3300, 3303, 3308, 3324.
- valt BERTANGEN binnen
en belegert koning
ARTUR. |
|
YRLANT: 3352, 3375.
|
YSAUDEN: 69.
|
YWAIN (Ywaine): 637, 2911, 3125.
- ridder van de
Tafelronde. |
|
YWEIN (METTEN LYBAERDE)(Yweine): 3302, 3366,
3370, 3374, 3382, 3399, 3406, 3415,
3520, 3526, 3531, 3549, 3551, 3570,
4009.
- ridder van de
Tafelronde; bevrijdt
de RIDDER(E) METTER
MO(U)WE(N) e.a. uit
hun gevangenschap in
YRLANT. In de Franse
Arturliteratuur
komen verschillende
ridders van de
Tafelronde met deze
naam voor. De
belangrijkste twee
zijn Yvain l'Avoutre
(bastaardzoon van
koning Uriën) en
Yvain (wettige zoon
van Uriën,
bijgenaamd de
‘Chevalier au
lion’). Het is niet
duidelijk of YWAIN
en YWEIN in de RRmM
één of twee
personages zijn.
Vgl. Torec
3385-6. |
|
|
|