De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
(ca. 1785)–Anoniem De rhynsburger leister– Auteursrechtvrij
[pagina 99]
| |
2.
Mogt ik maar met Reeden hoopen
Dat ik, by het snel verloopen
Van de Tyd, u Gunst mogt Koopen
Door Standvastigheid en Trouw.
't Zou my groote Vreugde baaren
Zoo 'k uw Zinnen zag bedaaren,
Om my zwygend te verklaaren
Dat ik u Bezitten zou.
3.
Nooit heeft u myn' Dienst bewoogen,
Om alleen door gunstige Oogen
My te toonen Meededoogen.
Ach! wat Ongevoeligheid.
Wat ik doe het kan niet baaten;
Zult gy my dan altoos haaten
En u nooit Beminnen laaten?
Zonder gy me uw' Gunst ontzeid.
4.
Spot niet langer met myn' Klagten;
Wild dog eens myn Smart verzagten.
Ach! hoe kund gy my veragten,
Zeg, Roemwaarde Ziels-Vriendin.
Word gy dan nooit moê te plaagen
Een die u zoekt te behaagen.
Hemel, geef eens blyder Daagen,
Gunstig aan myn trouwe Min,
| |
[pagina 100]
| |
5.
Maak haar Hart tot my geneegen,
Die dus lang my laat verleegen.
Geef, dat ze eens mag overweegen
Wat ik om haar Liefde ley:
Dan zal zy, bedaard van Zinnen,
Zeekerlyk my weeder Minnen:
Dan zal ik haar Hartje winnen:
Ach! dan hoord myn Laura my,
6.
Laura, schoon gy my geen Teeken
Toond van Gunst, op al myn Smeeken,
'k Hoop dog eindelyk te breeken
Uwe Strafheid, fiere Maagd.
Alles kan de Tyd ons geeven:
'k Hoop die zal my doen Beleeven
Dat gy, moê van Tegenstreeven,
My u Hart en Hand op-draagd.
|
|