De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen(ca. 1785)–Anoniem De rhynsburger leister– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] De Engelsze horn-piep. 1. ACh! Clorimeen, wild dog nu u Woord eens houwen. Op Weeder-Min steld myne Ziel al haar betrouwen. Ach! Clorimeen, wild dog nu u Woord eens houwen, Dan geef ik, met vreugd, Aan u de Kragten van myn' Jeugd. 2. Gy hebt myn Hert, door de lieflyke Lonken Van u zoet Gezigt, geheel verpligt om te ontvonken, Ja myne Ziel die wierd van Liefde dronken, Toen ik 't witte Albast Had van u Boezem aan-getast. Ach! Clorimeen..... ut super. 3. Maar, toen ik laatst zag uw vlugge Voetjes springen, Kon ik gants verrukt, toen ik zat gebukt, my niet bedwingen: [pagina 30] [p. 30] Toen moesten juist de Kleêren u omringen, Anders had myn Oog, Met vreugd, nog lang gezien om hoog. 4. Ja, schoone Maagd, ik had dat Plaatsje lief bekeeken Dat gy zoo verbergd En meê tergd, die u smeeken. Ach! had myn Hand dat slegts eenmaal bestreeken, Dan had ik gedagt te gaan ten Hemel in. 5. Liefste Engelin, ei! behoud myn Jeugdig Leeven, Laat my, voor myn Dood, My in uw Schoot, nog eens begeeven, Of ik moet van zuiv're Liefde sneeven, Want ik zweer u duer, Dat ik moet verteeren in myn Vuer. Vorige Volgende