De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen(ca. 1785)–Anoniem De rhynsburger leister– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Antwoord op het Voorige. NB. Meede het eerste van dit tegen het laatste Veersje van het anderen en zoo vervolgens voort. 1. GY zult my vrugtloos blyven Minnen; Ik zal nooit hooren: Klaag uw Smert Rond-borstig uit aan myn Vriendinnen, Misschien dat gy Geneezen werd. 2. Zy heeft u niet misleid, bedroogen: Uwe Ontrouw deed het maar alléén. Zy las uw' Meening uit uwe Oogen: Dies, zoo gy Dwaalen wild, dwaal heen. 3. Zy kan, maar wil niet meer getuigen. Noem my dog niet uwe Engelin. Een trouwloos Hert is ligt te buigen. Ik weet uwe ongeveinsde Min. 4. Gy zogt alléén my te behaagen! Waarom een ander dan gevleid? Leer vry uw Lot geduldig draagen, 't Gevolg van uwe Ontrouwigheid. [pagina 8] [p. 8] 5. Verdiend gy niet myne Ongenaden, Die my niet zogt, maar myn Vriendin, Om vry, langs af-geleegen Paaden, Aan haar te ontdekken uwe Min. 6. Uwe Ontrouw is te klaar gebleeken. Foei! welken Smaad is my geschied... En zoude ik u nog hooren spreeken! Neen, neen, de Reeden wil dat niet. 7. Pluk nu de Vrugt van Trouwloos Minnen. Draag vry die Kwelling in u Hert. Betoom uw' wankelbaare Zinnen, Op dat gy meêr standvastig werd. 8. Wat zou dog anders u gebeuren? Verdiend hy niet der Gooden Haat, Die haar, waarom hy schynd te treuren, Schoon zy hem nooit misdeed, versmaad. Vorige Volgende