De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen(ca. 1785)–Anoniem De rhynsburger leister– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Zang. Stem: ô! Vecht-Stroom, met uw' blanke Zwaanen. Of: Revelje vous. 1. WAt zal my langer nog gebeuren? Leef ik in aller Gooden Haat? Myn Philis hoord niet na myn treuren. 'k Ben, zonder Schuld, van haar versmaad. 2. Ach! wrange Vrugt van Trouw te Minnen, Wat baard ge al Kwelling in myn Hert. Nooit kwam die Schennis in myn Zinnen, Waar mede ik thans Beschuldigd werd. 3. Myne Ontrouw is nog nooit gebleeken: Neen, Philis, daar is niets geschied... [pagina 6] [p. 6] Ach! hoor my voor myne Onschuld spreeken En straf my zonder Reeden niet. 4. Verdiende ik zóó uwe Ongenaaden Om dat ik laatst, met uw Vriendin, Eens in het Bos, langs de Elsze Paaden, Gesprooken heb van Liefde en Min. 5. Had ik getragt haar te behaagen, Myn Min verdeeld, of haar gevleid, Ik zou myn Straf met Reeden draagen, Als 't Loon dier Ongetrouwigheid. 6. Maar, neen! zy kan het u getuigen, 'k Heb niet gesprooken, Engelin, (Wild geen Vergif uit Bloemen zuigen,) Dan van myne ongeveinsde Min. 7. Zoo zy my trouwloos heeft Bedroogen, Myne Openhartigheid alléén Heeft my verraaden, niet myne Oogen. ô! Hemel, ach! waar dwaale ik heen. 8. Ik zal dog Philis eeuwig Minnen... Maar Minnaars, leer van my, uw' Smert Nooit te oopenbaaren aan Vriendinnen, Op dat ge ook niet Bedroogen werd. Vorige Volgende