Reve's scheen is de juiste scheen. Het been is in de omtrek van ideale grootte. Hij is vooral niet te dun. Dit zorgt voor de juiste glooiing die een been daar behoort te hebben. Dat de eigenaar ‘rechtse gekkenpraat’ (Boudewijn Büch in De Tijd in het artikel dat bij deze schitterende foto staat: ‘Het is zonneklaar geworden dat Reve er bedenkelijke politieke ideeën op nahoudt’) verkoopt is minder belangrijk. Je moet gewoon die onvergetelijke boeken lezen en een beetje op zijn schenen letten. Büch, houd op met alles onder te verdelen in links en rechts, let eens op iets moois!
Alles klopt. De armen, de stand van het hoofd, de elleboog die fijn kan leunen op de rugleuning van de stoel, het ballen van de vuisten, enzovoort. Totale harmonie is hier door Klaas Koppe in beeld gebracht, met als stralend middelpunt van het kunstwerk: de scheen. Reve laat hem meepraten, laat de schoonheid van dit achtergebleven lichaamsdeel in volledige vrijheid op de buitenwereld los, waarvoor wij hem danken.
Bij het dragen van een korte broek durft iedereen, nee dit doen met lange aan! Je strijkt de pijp automatisch naar beneden, omdat de etiquette het voorschrijft, die natuurlijk is opgesteld door de grote vijand van Reve: Mulisch. Wat zei deze man in 1973, in een interview met Theun de Winter in de Haagse Post?
‘Je zou kunnen zeggen dat tot de helft van je scheenbeen het woord sok geldt en daaroverheen het woord kous. Dat zouden we kunnen afspreken. Natuurlijk heb je ook te korte sokken en te lange kousen.
De meeste mensen die alleen maar sokken en nooit kousen dragen kopen te korte sokken. Van die nylon dingen, die ook nog steeds korter worden, naarmate ze meer gewassen worden. Die mensen slaan hun benen over elkaar en dan zie je een stukje bloot been. Dat is niet voornaam. 't Is naakterig. De handen en het gezicht staan blootgesteld aan weer en wind, maar dat been niet en dat zie je. Het is een heel kwetsbaar, wittig, afstotelijk element aan zo iemand. Het is al bijna een ander mens en daar kun je je ogen niet van afhouden. Als op de televisie een vakbondsleider wordt geïnterviewd en ik zie dat stuk wit been, dan krijg ik toch ook een andere mening over zijn eisen. Dat mag natuurlijk niet en dat moet-ie voorkomen door mooie lange kousen te gaan kopen, of lange sokken. Draag je een sok, dan mag het been nooit zichtbaar worden.’
Precies tien jaar later kwam het vernietigende antwoord van Gerard Reve, in samenwerking met Klaas Koppe.
Een scheen van Reve van Jan Mulder verscheen eerder in De Tijd van 11 februari 1983.