[2014/8]
Redactioneel
Er waren eens een jongen en een meisje. Bij hun eerste afspraakje zeiden ze elkaar dat ze niets konden beloven. Geen beginselverklaringen. Want er valt weinig te voorspellen, we zeiden het veertig jaar geleden al. Maar na zo'n tijd weet je zeker dat beloftes er niets toe doen. Het gaat om daden. Woorden. Papier.
We zijn na al die jaren niets veranderd, we zijn de Revisor. Vijf schrijvende lezers, nu bij een ander huis, maar met dezelfde ambities, zelfs met dezelfde eindredacteur. Toef Jaeger schreef in nrc.next: het ontbreken van een beginselverklaring lijkt wel een statement. ‘Ze zijn wat ze willen zijn: nieuwe literatuur.’ Dat zijn we, dat blijven we.
Ja, er zijn vragen te stellen: waarom niet daar, waarom niet die? Maar na veertig jaar weet je wat er ontbreekt, je hebt geleerd ermee te leven, en juist ook het goede te zien. We hebben geleerd te vragen waarom wel. 29 keer zullen we die vraag beantwoorden. En de eerste keer is hier.
- | Wat geen toeval is: in diezelfde bespreking in 2013 constateerde Jaeger ook dat het ‘over van alles [ging], in allerlei stijlen’. Revisorproza, -poëzie en -essay is strak, schoon, effectief. Maar het is ook muzikaal. Persoonlijk. Geëngageerd. Verrassend. |
- | Wat toeval lijkt: drie honden, twee geestelijken, twee stervende moeders. Achtentwintig verschillende werelden. Het gaat in de Revisor over van alles, maar het gaat over het leven en de dood. Goede literatuur scheert langs het grote, een stier wordt gedood terwijl je leven verandert, een hond brengt een boodschap die je nog niet begrijpt,
|