De Revisor. Halfjaarboek voor nieuwe literatuur 6-7(2013)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Vicky Francken Vier gedichten Laat ik je een gewetensschaap stellen: vier poten, wollig, met bolle ogen. Wat ziet het als je regent dat het grient? Dep je je laarzen droog met mossels van de eerste vangst, tilt de wind alweer een lange rok, proost, op: hoog water. Wat huist er aan nazatigs in je lijf dat het zo stijf en oud vervalt in louter rasecht later, kaarsrecht vallen, stollen als op hol geslagen paarden. [pagina 94] [p. 94] Een dikke vrouw in het circus vouwt haar sirene op in een zakdoek want niemand wil haar horen Een kleine man zoekt op straat naar zijn baard want het is hem opgedragen Een kind speelt hints en snijdt zeer beeldig de eigen keel door, juicht, want wordt geraden Een hond is in gebed en smeekt om een been Het zand ligt er zwak bij, het ademt maar matig Als iedereen met iemand in gevecht is en de plicht roept wie gaat er dan heen [pagina 95] [p. 95] Tolk van mijn rechterhersenhelft ik beschouw mezelf onmogelijk de kans bestaat dat dit niet overgaat wie leert me gooien met servies ik heb mijn zijwieltjes bewaard de kleren die ik draag zijn van een oude huid gemaakt is mijn bestaansrecht soms een vraag? als een ode aan de aarde ligt het lichaam lang windstil [pagina 96] [p. 96] Wanhoop als een kuil afschilderen waarin je zonder kleren ligt - je huid is een instrument dat huivert de wind fluit valse tonen in je haar kippenvel bespeelt je botten en er komt geen einde aan Vorige Volgende