| |
| |
| |
Over de auteurs
Bette Adriaanse (1984) is schrijfster en beeldend kunstenaar. Ze is in juli 2008 afgestudeerd aan de afdeling Beeld & Taal van de Gerrit Rietveld Academie en in september 2008 gestart met de Master Creative Writing aan de universiteit van Oxford, Engeland. Bette werkt in verschillende media, ze maakt installaties, films en kamergrote tekeningen, en ze schrijft verhalen, fabels en gedichten. |
Mischa Andriessen (1970) is schrijver en vertaler. Hij publiceerde eerder onder meer in Bunker Hill, De Gids en Het Liegend Konijn. Voor zijn poëziedebuut Uitzien met D ontving hij de C. Buddingh'-prijs 2009. Hij werkt nu aan een roman en een tweede bundel. Werktitels zijn respectievelijk ‘Het Rasphuis’ en ‘Huisverraad’. |
Laura Broekhuysen (1983) schreef in de laatste jaren van het vwo het jeugdboek Zand erover, dat in 2002 verscheen en bekroond werd met een eervolle vermelding van de Zoenjury 2003. Haar debuut voor volwassenen, Twee linkerlaarzen, verscheen in 2008 en werd genomineerd voor de Selexyz debuutprijs 2009 en voor de tweejaarlijkse Vrouw & Kultuur DebuutPrijs 2010. Momenteel woont en werkt Laura Broekhuysen in Engeland, waar ze haar tweede roman afrondt, die zal verschijnen in 2011. |
Iris Drenth (1971) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de UvA. In samenwerking met beeldend kunstenaar Wilma Laarakker gaf zij in 2009 in eigen beheer de bundel Walentina's ruimte uit. |
| |
| |
Piet Gerbrandy (1958) is classicus, dichter en essayist. Hij schrijft recensies en beschouwingen over poëzie voor De Groene Amsterdammer. Zijn debuut Weloverwogen en onopgemerkt werd bekroond met de Van der Hoogtprijs 1997; Nors en zonder haten werd genomineerd voor de vsb Poëzieprijs 2000. Hij heeft het retoricahandboek van Quintilianus, De opleiding tot redenaar, in het Nederlands vertaald. In 2010 verscheen zijn bundel Morgen ben ik vrij. |
Eva Gerlach (1948), pseudoniem van Margaret Dijkstra, debuteerde in 1979 met de bundel Verder geen leed bij uitgeverij De Arbeiderspers. Haar werk werd in 2000 bekroond met de P.C. Hooftprijs. Zij schreef ook kinderboeken. Voor haar bundel Hee meneer Eland (1999) kreeg Eva Gerlach de Nienke van Hichtumprijs en een Zilveren Griffel. In 2010 verscheen haar verzamelbundel Het gedicht gebeurt nu. Gedichten 1979-2009. |
Esther Gerritsen (1972) is toneel- en romanschrijver. Haar werk wordt geprezen om uiteenlopende redenen. Schrijft de ene journalist: ‘Naar Gerritsen ga je om te lachen’, de ander zegt doodleuk: ‘Gerritsen staat niet bekend om haar humor’. Haar laatste roman, Superduif, werd ‘warm en grappig’ genoemd, maar ook een boek ‘om bang van te worden’. |
Kees 't Hart (1944) debuteerde in 1988 met de prozabundel Vitrines. In maart 2000 werd voor het eerst de Ida Gerhardt Poëzie Prijs uitgereikt en wel aan 't Hart voor zijn dichtbundel Kinderen die leren lezen (1998). In 2002 ontving hij voor de roman De revue de Multatuliprijs. Hij schreef jarenlang recensies voor De Groene Amsterdammer. In 2010 verscheen zijn verhalenbundel Engelvisje en andere verhalen. |
Toef Jaeger (1971) is voormalig redacteur van De Revisor en biograaf van Henk van Woerden. Momenteel is zij medewerker van nrc-next. Ook schrijft zij recensies voor nrc Handelsblad over Angelsaksische en Zuid-Afrikaanse literatuur. |
| |
| |
Esther Jansma (1958) dichter en dendrochronoloog, debuteerde in 1988 met Stem onder mijn bed bij De Arbeiderspers. Voor haar bundel Hier is de tijd (1998) kreeg ze de vsb Poëzieprijs 1999 en een nominatie voor De Gouden Uil. Dakruiters (2000) werd bekroond met de Hugues C. Pernathprijs 2001. In 2005 verscheen haar bundel Alles is nieuw. |
Frans Kellendonk (1951-1990) vertaalde onder andere romans van Henry James, Rudyard Kipling en Emily Brontë en debuteerde in 1977 met de verhalenbundel Bouwval, die werd bekroond met de Anton Wachterprijs. Hij schreef verder het controversiële Mystiek lichaam (1986) en de essaybundel De veren van de zwaan (1987). Van 1978 tot 1983 was hij redacteur van De Revisor. In 1992 werd Het complete werk uitgegeven. |
Bernke Klein Zandvoort (1987) is laatstejaars student aan de afdeling Beeld & Taal van de Rietveld Academie, waar zij het schrijven en de beeldende kunst parallel en soms geschakeld onderzoekt. In De Revisor debuteert zij als dichter. |
Emily Kocken (1963) is beeldend kunstenaar en schrijver. De disciplines die zij gebruikt zijn o.a. fotografie, collages, tekeningen, readymades en teksten. Zij publiceerde onder meer in Tortuca, tijdschrift voor literatuur en beeldende kunst, en was poëzierecensent voor Meander. Momenteel werkt zij aan haar eerste roman. |
antoine de kom (1956) is van gemengd Nederlands-Surinaamse afkomst en een kleinzoon van Anton de Kom, de bekende Surinaamse nationalist en verzetsstrijder. De kom bracht een groot deel van zijn jeugd in Suriname door. Van dat verblijf getuigen zijn eerste twee poëziebundels Tropen (1991) en De kilte in Brasilia (1995). Daarna verschenen de bundels Zebrahoeven (2001) en Chocoladetranen (2004). In 2008 verscheen De lieve geur van zijn of haar. |
| |
| |
Tomas Lieske (1943) schrijft romans, verhalen en poëzie. Zijn romans Nachtkwartier (1995), Franklin (2000) en Gran Café Boulevard (2003) werden alle drie genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs, die hij voor Franklin daadwerkelijk won. De roman Dünya (2007) werd genomineerd voor de ako Literatuurprijs. Voor zijn dichtbundel Hoe je geliefde te herkennen (2006) ontving hij de vsb Poëzieprijs. |
Erik Lindner (1968) verliet op zijn veertiende de middelbare school en werkte onder meer als docent aan de Gerrit Rietveld Academie. Van 1998 tot 2003 was hij als freelance programmamaker verbonden aan het Institut Néerlandais in Parijs. Hij schrijft een tweewekelijkse rubriek over poëzie voor De Groene Amsterdammer op www.groene.nl/boeken. In 2010 verscheen zijn vierde dichtbundel Terrein. |
Jan van Mersbergen (1971) werkt momenteel aan zijn zesde roman. Eerdere romans werden vertaald in het Duits, Frans en Engels. Hij werd veelvuldig genomineerd voor literaire prijzen, maar won nooit. Zijn korte verhalen zijn gepubliceerd in Vrij Nederland, Tirade, De Gids, Bunker Hill, Hard Gras, Wahwah of voorgelezen bij de vpro Radio. Hij schrijft artikelen over sport, literatuur en muziek. |
Maarten Naafs (1982) is schrijver en kok. Hij studeerde geschiedenis in Leeds en vervolgde zijn opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie. Hij publiceerde eerder in Vice en Passionate Magazine. |
Michael Orthofer (1964) woont in New York. Hij richtte in 1999 de site The Complete Review (www.complete-review.com) op, waar hij in een razend tempo literatuur bespreekt, met opvallend veel aandacht voor klassiekers en vertalingen. In 2002 startte hij het weblog The Literary Saloon, waarop hij het internationale literaire nieuws samenvat en becommentarieert. |
Gustaaf Peek (1975) is de schrijver van Armin (2006) en Dover (2008). In 2010 verscheen zijn roman Ik was Amerika. |
| |
| |
Daan Stoffelsen (1981) is medeoprichter, eindredacteur en recensent van Recensieweb, freelance recensent voor onder meer nrc
Handelsblad en coördinator van de website van Athenaeum Boekhandel, Athenaeum.nl. |
Anton Valens (1964) volgde de opleiding schilderen aan de Rietveld Academie en aan de Rijksacademie. Hij combineerde zijn studie met werken in de Thuiszorg in Amsterdam. In mei 2004 kwam zijn debuut, de verhalenbundel Meester in de hygiëne, uit. In 2008 verscheen Dweiloorlog en in 2009 volgde Vis. |
Maud Vanhauwert (1984) volgde in Antwerpen de opleidingen Woordkunst en Taal- en Letterkunde en werkt nu aan haar master Meertalige Professionele Communicatie. Zij maakt theatervoorstellingen, onder andere bij De Tijd, en is freelancer bij Jeugd en Poëzie. Januari 2011 verschijnt haar eerste dichtbundel bij uitgeverij Querido, Ik ben mogelijk. |
Anne Vegter (1958) publiceerde haar eerste dichtbundel, Het veerde, in 1991. Naast poëzie schrijft zij ook proza, toneelteksten en kinderboeken. In 2004 ontving zij de Anna Blaman Prijs voor haar hele oeuvre. In 2007 verscheen haar bundel Spamfighter. |
Henk van Woerden (1947-2005) debuteerde in 1993 met Moenie kyk nie, dat samen met Tikoes (1996) en Een mond vol glas (1998) een drieluik over Zuid-Afrika vormt. Hij ontving in 2003 de Frans Kellendonkprijs. In 2006 kreeg hij postuum De Gouden Uil voor Ultramarijn (2005). Daarnaast was hij beeldend kunstenaar. |
|
|