FOTO Pieter Boersma
‘Altijd hetzelfde’ draait om een dichter met constipatie. De dichter heeft letterlijk zijn buik vol van woorden, ze komen als gasbellen uit een moeras gestegen en vormen tezamen een enigszins onsamenhangend verhaal. Echt to the point komt de dichter niet. Hoewel hij meerdere malen belooft een gedicht te zullen voorlezen komt hij daar niet toe, hij blijft maar ouwehoeren over dat zijn naam niet in het programmaboekje staat, dat hij onder pseudoniem schrijft en daarom misschien niet herkend wordt, et cetera. Ondertussen klinkt er wel muziek, maar ook daar ergert de dichter zich aan: kan er niet wat anders gespeeld worden, meneer de dirigent? Het publiek heeft inmiddels door dat de dichter meer praat dan voorleest, en dat de kans zelfs groot is dat het tot niet een gedicht zal komen. Tenzij er iets gebeurt.
En gelukkig: als een donderslag bij heldere hemel verschijnt er een klassieke toverfee. Paarse muts, toverstaf - alles wat een klassieke fee moet hebben, heeft ze. Redding lijkt nabij, zeker als blijkt dat de fee een ouderwetse kist bij zich heeft, zo een die goochelaars gebruiken bij het doormidden zagen van een assistente. De dichter wordt door de fee in de kist gestopt en doorgezaagd. Nu is dat over het algemeen niet prettig, maar wel als je daardoor verlost wordt van je constipatie. Wanneer de buik open wordt gezaagd, komt er een enorme woordenbrij uit. Daarna brengt de fee de voeten naar het hoofd van de dichter. Een gesprek tussen hoofd en voeten volgt, waarna ze weer uit elkaar gaan zodra de dichter opnieuw