De Revisor. Jaargang 36
(2009)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 90]
| |||||||
Guido van de Wiel
| |||||||
[pagina 91]
| |||||||
Swann zijn vijfde variant aan Savorgnan voorlegt. Op dat punt in het boek is reeds duidelijk dat Swann de linkerhand (righthand man) is van Baardmans, de obscure figuur die verwijst naar de persoon Perec als almachtige schrijver die personages kan introduceren en kan laten verdwijnen zonder dat ze doorhebben waar deze kracht en wraakzucht vandaan komen. Bij eerste of oppervlakkige lezing kan de lezer denken dat Perec hier een aantal bizarre scenario's aaneenrijgt. De Perec-lezer weet dat hij verder moet kijken dan de oppervlakte. Bij Perec vormt veelal een gezien of ongezien taalaspect de motor van zijn schrijven. Is deze vormkwestie eenmaal ontdekt, dan blijken de verschillende scenario's die op het eerste oog alleen buitenissig leken, een soort hermetische logica in zich te dragen. Het wordt dan begrijpelijk waarom de karakteristieke scenario's juist op die manier hun beloop krijgen. In het geval van de vijf moordplannen blijkt dat de schrijver Perec en het personage Swann zich laten leiden door de vijf klinkers (a, e, i, o, u). De verschillende moordwapens blijken in deze letters door te klinken. Het eerste moordplan omvat namelijk allerlei klankvarianten op de woordcombinatie Un a: woorden als un ananas, Nana (een werk van Zola) en de omstreden plaatsnaam van Hanoi drijven juist door hun klankverwijzing naar un a de eerste scène voort. Zo blijkt het moordwapen in het eerste scenario een handgranaat in de vorm van een ananas. Op vergelijkbare wijze draait het tweede moordcomplot om un e: het gelijkklinkende begrip un nez (een neus) blijkt een uitstekend eerste element te zijn dat de inhoud stuurt. Een wurgkoord, oftewel un noeud (een knoop) verbindt zich daarnaast als moordwapen aan deze scène. Samengebracht rolt daar een moordscenario uit waarin het afsnijden (mutileren, castreren) van ton tarin (synoniem voor jouw neus) als klankassociatie voor de amputatie van de letter e staat. In de vertaling is op inhoudsniveau het afsnijden, het afbinden en het afhakken behouden. Om in de klankassociatie eveneens tot 'n e te komen, zijn in de vertaling de volgende zinsneden opgenomen: 'n wurgkoord - jaahaa - en Ontmanning doordat ik jouw lid d'r afhak - ja. De expliciete woordjes ‘ja’ lokken bij de lezer automatisch de woordjes ‘nee’ (oftewel: ‘een e’) uit. Door deze geletterde laag - deze wet der letters als letter der wet - te doorgronden wordt begrijpelijk waarom op inhoudsniveau Swann voorstelt om Savorgnans neus af te snijden. Uit het sadistisch slagveld waar Perec ons op trakteert, doemt voor de ingewijden een literaire schoonheid vol vormkracht op. De tekst blijkt boven zijn inhoud uit te stijgen door het metaniveau waar Perec zich door heeft laten leiden: de stijlvorm bepaalt de inhoud (zie ook Parayre, 1992, p. 347-334). Het wordt allengs duidelijk dat de schrijver in de daaropvolgende alinea's de rest van de reeks klinkers met lidwoord verstopt heeft: na un a en un e volgen un i, un o en un u. | |||||||
[pagina 92]
| |||||||
Elke klinker stuwt de inhoud van zijn eigen alinea voort. Heeft de lezer de achterliggende rationale eenmaal in beeld, dan manifesteert de tekst zich als een rijke puzzel waarin steeds meer stukjes op hun plek beginnen te vallen. Bij wijze van kort overzicht volgen hier een aantal vindplaatsen en bijbehorende vertalingen voor respectievelijk de letter i, de letter o en letter u. Un nid, uranium, bonbon a l'anis, tu y bondis, s'y nichant verwijzen in het Frans alle naar un i. In de vertaling kennen deze begrippen pendanten als 'n unicum, uranium, afvalunit (afval 'n i), maximum aantal units. Saillant detail betreft de zinsnede tapi dans un if ou dans un sapin. Het gaat hier niet zozeer om de vogelsoort die in 'n ijf of in 'n pinus zou wonen, maar om het feit dat de i als letter deel uitmaakt van beide boomnamen. De vraag is wie - of beter gezegd: welke letter - woonachtig is in zowel 'n ijf als in 'n pinus? Dat is de i. Om de o te verwerken heeft Perec het over l'art subtil du Go, hij introduceert son opposant (son o / sans o), hij praat over synopsis (sine o), er wordt Un Nô uitgevoerd, er zijn faux-fuyants (o vluchtend). Al associërend blijkt de zinsnede à l'instar du toutou samen te hangen met het begrip des os; de begrippen assoupirais en roupillon verwijzen naar dodo en het inhibant (...) circuit waar deze alinea mee eindigt verwijst naar de o (een circuit dat rondloopt) die uitdooft. In vertaling blijft een aantal van deze verwijzingen probleemloos overeind. De u leverde in vertaling meer problemen op. Un u associeert in het Frans al snel naar un nu (een naakt), reden waarom dit stuk in La Disparition over beeldhouwers als Rodin en Gimond gaat. In het Nederlands wilde ik de context van beeldhouwwerken geen geweld aan doen. Het was een wankel evenwicht om enerzijds recht te blijven doen aan de inhoud, maar ook de symboliek te handhaven. In vertaling is de u-paragraaf verworden tot een alinea waarin het moordplan eruit bestaat om beeldhouwwerken op exact het juiste tijdstip (het uur ‘u’) om te laten vallen op het hoofd van Savorgnan. Via de timing is de verbinding gelegd naar het kernbegrip in vertaling, te weten: ‘Nu’ of ‘Ja, nu’. Deze samenval van tijd en torso passeert tweemaal de revue, juist als het slachtoffer het beeld passeert. In de vertaling is dus niet het standbeeld (un nu) de motor en de kernverwijzing, maar is de kernverwijzing verplaatst naar de timing (ja, nu) waarmee het standbeeld wordt omgeduwd. Alle bovenstaande uitleg komt in La Disparition samen in de volgende zin: Car, soyons strict: il n'y a ici ni ananas conflagrant, ni cordon nodal, ni oisillon radioactif, ni gala japonais, ni Rodin basculant! In vertaling is zowel de inhoud van het origineel als de lijn van symboliek overeind gebleven: | |||||||
[pagina 93]
| |||||||
Want kijk rond: waar wij nu zijn vind jij noch 'n granaatananas, noch schud jij jouw hoofd, want - wat 'n strop - d'r mist 'n ligatuur, noch vang jij 'n unit straling op, noch vindt d'r 'n Japans gala plaats, noch is d'r 'n kunststuk van Rodin in onbalans dat juist op dit tijdstip omvalt! In deze zin staat de granaatananas voor 'n a, schud jij jouw hoofd staat voor 'n nee, dus voor 'n e, 'n unit staat voor 'n u (niet), 'n Japans gala staat voor 'n No, dus voor 'n o, juist op dit tijdstip staat voor nu, dus voor 'n u. Perec doet er nog een schepje bovenop als hij na de uitleg van de moordscenario's schrijft: Nul n'a jamais dit qu'Arthur Wilburg Savorgnan n'avait pas d'humour, dit aussitôt Arthur Wilburg Savorgnan (p. 303). In deze zin staat nul n'a voor nul a (geen a), jamais dit staat voor jamais d'i (nooit de i), pas d'humour staat voor pas d'u (geen u), en dit aussitôt staat voor dito d'o, wat zoveel betekent als: ‘hetzelfde geldt voor de o’. Op de vraag of het toeval is dat de a-alinea eindigt met disparition, de i-alinea met irradiant, de o met abolir en de u-alinea met annulation kan ik alleen maar genoegzaam bekennen dat toeval niet lijkt te bestaan in Perecs hermetisch taaluniversum.
Na het doornemen van de vijf moordscenario's blijft de vraag hoe Swann nu uiteindelijk van Savorgnan af komt. In plaats van een omweg te bewandelen langs standbeelden of radioactief afval, vermoordt hij hem ter plaatse met één simpele handeling. Deze aanslag blijkt voor meer dan één uitleg vatbaar: Maar op mijn lichaam draag ik nog 'n klapstuk dat mij van pas komt ('t Manco, p. 283). Perec lijkt via ‘klapstuk’ te verwijzen naar een pistool. Het merk Smith-Corona leert ons echter dat er sprake is van een gecombineerd moordwapen. De naam blijkt een verhaspeling van het klassieke pistoolmerk Smith & Wesson (zie ook: Motte, 1990; p. 46) en de merknaam L.C. Smith & Corona Typewriters Inc. Het gaat hier niet alleen over een pistool, maar ook over een typemachine. De zin 'n Aanslag volgt, waarop Arthur Wilburg Savorgnan, zijn inzinking al nabij, doodgaat is dubbelzinnig te lezen: het woord aanslag verwijst niet alleen naar een moordaanslag, maar ook naar een aanslag van een toets op de typemachine. Waarom deze verdubbeling? In feite wordt de moord gelijktijdig door twee personen gepleegd. Enerzijds door Swann, anderzijds door de schrijver zelf. De schrijver is immers degene die met zijn typemachine in één klap, met één aanslag iemand kan vermoorden. Dat tikt aan, verzucht Squaw niet voor niets. VerMoorden blijkt de omkering van verWoorden. De verdubbeling in taal is in het origineel terug te vinden via raya, van het werkwoord rayer, dat zowel het trekken van een pistoolloop als het doorhalen of schrappen van een woord kan betekenen. Perec | |||||||
[pagina 94]
| |||||||
weet in één woord te vangen wat respectievelijk Swann en hijzelf het personage Savorgnan op dat punt in het boek aandoen. Aan het einde van dit fragment, tegen het einde van de roman, zijn alle clanleden uitgemoord. Het boek besluit met de twee overlevenden: Squaw en Swann. Als Perec niet de schrijver was geweest, dan had ik de ontdekking dat de initialen van deze twee personages tezamen zouden kunnen verwijzen naar die andere moordpartij, waar de ‘tour de force’ rondom La Disparition mee gestart is, als grillig toeval hebben afgedaan.
Onthuld is de rijkdom van het spel, verhuld blijven nog veel knikkers. Meer vormtechnische en metatekstuele vindplaatsen zijn terug te vinden op de website www.t-manco.nl, een website die tegelijkertijd met de verschijning van 't Manco gelanceerd zal worden. | |||||||
Bronvermelding
|
|