[2008/5]
van de redactie
Is de superheld nog van deze tijd? Een karikatuur zonder vrees of blaam en vooral zonder twijfel lijkt niet geschikt als literair personage. Zou dat de reden zijn dat de superheld het beter doet in films en in strips of zijn er nog andere verklaringen? Dat moet haast wel, immers: Denkbaar van W.F. Hermans is een heuse actieheld, maar een die wel degelijk twijfels kent, en zelfs emoties. Zulke heftige bovendien dat dinosauriërs spontaan ontwaken wanneer de tranen van Denkbaar over de aarde vloeien. Superhelden en literatuur kunnen misschien dan toch wel degelijk samengaan. Aanleiding voor de redactie om enkele auteurs te vragen een superheld literair gestalte te geven of om hun visie op het hedendaagse superheldendom uit te werken.
Verrassend genoeg ontving De Revisor naar aanleiding van dat verzoek vooral superheldbijdragen in dichtvorm. Nieuwe en oude superhelden passeren de revue in gedichten van Albert Bobeldijk, Tsead Bruinja, Saskia de Coster, Arjen Duinker, Kees 't Hart, Lucas Hüsgen, Onno Kosters en Han van der Vegt.
Om de vraag te beantwoorden wat een superheld nu precies is, wordt in andere bijdragen ingegaan op de (recente) geschiedenis van de action heroes, het belang van de feilbaarheid bij superhelden, de rol van de tegenstander en de tegennatuurlijkheid van bovenmenselijke krachten. Misschien is de action hero niet meer dan een local hero, stelt Bas Blokker.
Kortom: de superheld heeft het weer voor elkaar - leek hij aanvankelijk niet meer van deze tijd en ongeschikt als literair personage, uiteindelijk is er een vol nummer van De Revisor aan hem gewijd.
Tot slot: in het vorige nummer was de vertaling van Albucius van Pascal Quignard door Evelien Chayes niet opgenomen. Een slordigheid die we in dit nummer recht willen zetten.