[2007/3]
van de redactie
Over Lentebeken van Toergenjev is wel eens opgemerkt dat het verhaal zo goed geschreven is dat de lezer af en toe geneigd is de lectuur te staken. Die reactie roept ook Heb lief en zie niet om op, de voorlopig laatste roman van Willem G. van Maanen. Het werk van deze auteur, waarvan de kwaliteit allerwegen geroemd wordt, verdient meer aandacht dan het krijgt. Om die reden is deze Revisor voor een groot deel aan zijn werk gewijd. Na een uitgebreid interview met Onno Blom, volgt een intrigerend verhaal van Van Maanen zelf. Van de schrijver Nescio plaatsen wij een brief aan Van Maanen, geschreven naar aanleiding van een vraaggesprek, waarvan wij een kort verslag herdrukken.
Euf Lindeboom en Kees 't Hart ontdekten in een aflevering van het weekblad Het Kompas uit 1947 ‘De verandering’, een onbekend verhaal van Van Maanen. In een uitvoerige brief richt 't Hart zich tot de door hem bewonderde auteur met het verzoek of hij hem een fragment uit zijn werk mag voorleggen. Willem Jan Otten analyseert het thema van de schuld in het oeuvre van Van Maanen, in een lezing die hij heeft gehouden voor de SLAA en die hier voor het eerst gepubliceerd wordt. Bert Natter doet verslag van zijn pogingen het raadsel van Het nichtje van Mozart te ontcijferen. Manon Uphoff beschrijft haar leeservaring met Heb lief en zie niet om en Menno Lievers hoe de oprechtheid van deze kunstenaar schuilt in de zuiverheid van zijn verhaal.
Opnieuw een extra dik nummer van De Revisor, omdat de redactie het belangrijk vindt dat er ruimte is voor nieuw werk van debutanten, gevestigde auteurs en schrijvers die daartussenin zitten. We verwelkomen Trisha Kingma en Lucy Arts, die in dit nummer debuteren. Nieuw werk is er van Max Niematz en van de Zuid-Afrikaanse dichter Rustum Kozain. Anthony Mertens verslaat in een nieuwe column zijn ontroerende odyssee door verpleeghuizen. Dat moet u lezen, zoals u eigenlijk niets in deze Revisor ongelezen kunt laten.