De Revisor. Jaargang 33

[p. 77]

medewerkers in dit nummer

Sandro Assorgia (1970) is gitarist, toetsenist en componist van Van Dik Hout en schreef voor ‘De Avond van het Liefdeslied’ de muziek bij de liedtekst van Hagar Peeters voor Martin Buitenhuis. Assorgia was tevens toetsenist bij De Poema's, een samenwerkingsverband tussen cabarockduo Acda & De Munnik met Van Dik Hout (1999-2003).

Hafid Bouazza (1970) heeft in Amsterdam de studie Arabische taal en letterkunde gevolgd. In 2004 kreeg hij de Gouden Uil Literatuurprijs voor zijn roman Paravion. In 2005 verscheen Schoon in elk oog is wat het bemint. Dit jaar kwam De Vierde gongslag uit, een bundel literaire essays over opera's.

Martin Buitenhuis (1969) is tekstschrijver, componist en zanger van Van Dik Hout. Stil in mij van Van Dik Hout is in 2004 door de lezers van muziekblad Oor en de luisteraars van Radio 3 voor het derde jaar gekozen als beste nummer ooit door een Nederlandse band gemaakt. Daarna volgden hitsuccessen als Mijn houten hart en Zij maakt het verschil. Het zesde studioalbum wordt op dit moment opgenomen.

Ellen ten Damme (1967) zangeres-actrice, zal na de eerdere succesalbums Kill Your Darlings en I am here, dit jaar weer een nieuwe cd uitbrengen met eigen composities. De laatste jaren heeft Ellen met name in Duitsland en China opgetreden met Duitse sterren als Udo Lindenberg, Nina Hagen en Nena. Vorig jaar had ze een hit met Vegas, geschreven voor de soundtrack van de film Volle maan.

Erik Jan Harmens (1970) is dichter en schrijver. In 2003 debuteerde hij met de dichtbundel In menigten, in 2005 verscheen de bundel Underperformer. Harmens schrijft poëzierecensies voor Awater, De Groene Amsterdammer en Het Parool. Eind 2007 komt Harmens' romandebuut uit: Kleine doorschijnende man.

Kees 't Hart (1944) publiceert gedichten, verhalen en romans, ook schrijft hij reportages en beschouwingen in onder meer De Groene Amsterdammer en Hard Gras. Met zijn werk Ter navolging werd hij genomineerd voor de AKO Literatuurprijs. Dit jaar verscheen zijn roman De krokodil van Manhattan (2006).

De Jeugd van Tegenwoordig bestaat uit P. Faberé, Vieze Fur, Willie Wartaal en B. Bron (muziek). ‘Watskeburt’, de megahit van de Amsterdamse hiphoppers, was in 2005 niet van de radio weg te slaan.

Gerrit Komrij (1944) is dichter, romancier, bloemlezer, columnist en toneelschrijver. Hij publiceerde vele dicht - en essaybundels en romans. In 1993 werd zijn essayistisch werk bekroond met de P.C. Hooftprijs. Komrij is oprichter van De Poëzieclub en het bijbehorende tijdschrift Awater. Eind dit jaar verschijnt de roman De tempel van Diana.

[p. 78]

Antjie Krog (Zuid-Afrika, 1952) is dichter en journalist. Van haar verschenen meerdere dichtbundels in Nederlandse vertaling, waaronder Liederen van de blauwkraanvogel. In het voorjaar van 2006 verscheen haar nieuwe bundel Lijfkreet. Voor haar non-fictiewerk ontving zij de Alan Paton Award en in 2000 werd haar door de Hiroshima-stichting de Prijs voor Vrede en Cultuur toegekend.

Laïs Het trio Jorunn Bauweraerts, Annelies Brosens en Nathalie Delcroix werpt zich op als een verrassende schakel tussen de Middeleeuwen en de eenentwintigste eeuw. Na Dorothea, hun tweede cd die goed was voor een verkoop van 55.000 stuks, kwam in 2004 het vierde album Douce Victime uit.

Thé Lau (1952) was jarenlang de drijvende kracht achter een van Nederlands beste bands, The Scene. De groep ontving een Edison en het album Blauw bereikte de gouden status. Het eerste album van Lau onder eigen naam: De God van Nederland, werd in 2002 alom geprezen. In 2003 werden zijn verzamelde songteksten uitgebracht, in 2004 verscheen de roman Hemelrijk en in 2006 In de dakgoot.

Bent Van Looy (1976) is niet alleen de stem van Das Pop maar ook de drummer van de Belgische groep die in 1998 de Humo's Rock Rally won. In 2000 verscheen I Love en in 2003 The Human Thing. Das Pop werkt op het ogenblik aan het derde album.

Huub van der Lubbe (1953), frontman van de in 1981 opgerichte Nederlandstalige pop/ rock/soulgroep De Dijk. Meer dan twee miljoen mensen hebben De Dijk live gezien. Met het literaire project Concordia ontving Van der Lubbe twee Edison-nominaties. Voor het gehele oeuvre van De Dijk ontving hij in 2005 een Edison.

Neeltje Maria Min (1945) is dichter. Ze werd in 1965 ònmiddellijk beroemd met haar eerste bundel Voor wie ik liefheb wil ik heten. Na bijna twintig jaar stilte verscheen haar volgende bundel, Een vrouw bezoeken, en nog eens acht jaar later verscheen Kindsbeen, genomineerd voor de VSB Poëzieprijs 1995.

Hagar Peeters (1972) studeerde Cultuurgeschiedenis en Algemene Letteren aan de Universiteit van Utrecht en was redacteur bij het Historisch Nieuwsblad. In 1999 verscheen haar debuutbundel Genoeg gedicht over de liefde vandaag. Voor haar tweede bundel Koffers zeelucht (2003) ontving Peeters de Jo Peters PoëziePrijs 2004.

Ilja Leonard Pfeijffer (1968) is dichter, romancier, essayist en criticus. Hij debuteerde in 1998 met de bundel Van de vierkante man, die werd bekroond met de C. Buddingh'-prijs 1999. Pfeijffer is poëziecriticus van NRC Handelsblad, columnist van NRC Next, redacteur van De Revisor en medeoprichter en redacteur van het poëzietijdschrift Awater. In oktober verschijnt zijn roman Het ware leven, een roman.

[p. 79]

Manon Uphoff (1962) is schrijfster en redacteur van De Revisor. Zij debuteerde in 1995 met de verhalenbundel Begeerte. Haar eerste roman Gemis (1997) werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs. In oktober 2005 verscheen haar roman Koudvuur.

Peter Verhelst (1962) is dichter, romancier en theatermaker. Verhelst debuteerde in 1987 met de dichtbundel Obsidiaan. Zijn eerste roman, Vloeibaar harnas, volgde in 1993. In 2000 verscheen zijn roman Tongkat waarvoor Verhelst de Gouden Uil Literatuurprijs en de jonge Gouden Uil kreeg.

Menno Wigman (1966) is dichter, vertaler en bloemlezer. Hij publiceerde onder meer de dichtbundels 's Zomers stinken alle steden, Zwart als kaviaar en Dit is mijn dag. Binnenkort verschijnt zijn prozadebuut Het gesticht. Drie maanden Den Dolder.

Joost Zwagerman (1963) schrijft romans, verhalen, poëzie en essays. Recent verschenen titels zijn Roeshoofd hemelt (poëzie, 2005), Door eigen hand (essays, 2005) en Perfect day en andere popverhalen (2006). Zwagerman is tevens samensteller van de grote anthologie De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen. Dit najaar verscheen zijn essaybundel over kunst en literatuur, Transito.

Fotoverantwoording

Pag. 12: Monique ten Berge

Pag. 16: Mieke Meesen

Pag. 17: Corb!no

Pag. 21: Thom Hoffman (links). Bob Bronshoff (rechts)

Pag. 25, 53, 57, 61, 63: Annelie Musters

Pag. 29, 31: Annemarie Gerritsen

Pag. 34: DahlTV

Pag. 41: Martin Stam

Pag. 44: Ferry Schoevers

Pag. 69: Koen Gisen & Alexander Verhelst

Pag. 73: Verena Brumann-Christ

Pag. 76: Serge Ligtenberg

[p. 80]

An Pierlé (1974) werkt samen met haar vaste artistieke partner Koen Gisen. Gezeten op een ergonomische zitbal en duellerend met haar piano maakt zij spannende muziek, beheerst en energiek, lief en gewelddadig. Vanaf 1998 zijn o.a. de cd's Mud Stories, Tower, Helium Sunset en Live Jet set with Orchestra verschenen.

Roos Rebergen (1988) werd verleden jaar gekozen tot beste singer-songwriter van Gelderland en ze won de Grolsch Grote Prijs van Nederland. Voor haar is het belangrijk dat ze mensen aan het luisteren kan krijgen naar haar - vaak Nederlandstalige - teksten. Roos treedt solo op of met haar band Roosbeef.

Maarten van Roozendaal (1962) brengt vanaf 1990 zijn eigen Nederlandstalige teksten voor het voetlicht. In 1994 won hij de publieks- en juryprijs op het Amsterdams Kleinkunst Festival, in 1998 de Zilveren Harp en in 2000 de Annie M.G. Schmidt-prijs voor het lied Red mij niet. Sindsdien treedt hij ieder jaar succesvol op in verschillende theatertournees.

Alfred Schaffer (1973) studeerde in Leiden Moderne Nederlandse Literatuur, en Film en Theaterwetenschappen. In 2000 debuteerde hij met de bundel Zijn opkomst in de voorstad waarvoor hij in 2002 de eerste Jo Peters PoëziePrijs ontving. In 2003 en 2005 werd hij genomineerd voor de VSB Poëzieprijs, respectievelijk voor zijn bundel Dwaalgasten en Geen hand voor ogen. Onlangs verscheen zijn nieuwe bundel Schuim.

Allard Schröder (1946) is schrijver, vertaler en redacteur van De Revisor. Hij schreef onder andere de romans Raaf (Halewijnprijs 1995), Grover, De hydrograaf, (waarvoor hij de AKO Literatuurprijs ontving) en Favonius. Schröder is tevens recensent voor Vrij Nederland. Deze zomer verscheen zijn essaybundel Nieuwe tijden.

Wende Snijders (1978) verdiepte zich in het Franse chanson en treedt op met repertoire van o.a. Brel, Piaf en Barbara naast composities van eigen hand. In 2005 won ze de Zonta Award, een prijs voor jonge kleinkunstenaars. Haar cd Quand tu dors werd genomineerd voor een Edison en ze ontving de British American Tobacco-prijs.

Frédérique Spigt (1957) ontving een Edison voor haar album Droom. Voor het project Mans Genoeg neemt ze veertien duetten op met bevriende en/of bewonderde collega's waaronder Huub van der Lubbe, Bennie Jolink, Daniël Lohues en Barry Hay. Eind oktober 2006 verschijnen de levensliedjes van deze dwarse diva op cd onder de titel Eén kus.

Spinvis (Erik de Jong, 1961), kiest op het conservatorium voor de richting arrangement en compositie en houdt zich bezig met elektronica en drumcomputers. In 2002 verschijnt het album Spinvis en ontvangt hij de Essent Award en in 2004 de Zilveren Harp en de Annie M.G. Schmidt-prijs. In 2005 werd zijn tweede album Dagen van gras, dagen van stro uitgebracht.