Barbara den Ouden
In reactie op Theo Kars' ‘Gewetenloos vertalen’
In het meinummer van De Revisor verscheen een artikel van Theo Kars genaamd ‘Gewetenloos vertalen’. Dit artikel hadden wij in de vorm van een brief eerder dit jaar al ontvangen. Hierin uitte Theo Kars zijn onvrede over de gang van zaken rond de Duitse vertaling van zijn boek Praktisch verstand. Niet alleen noemde hij de vertaalster, Annette Löffelholz, onprofessioneel, ook meende hij dat zij zijn boek had gecensureerd. De auteur merkt op dat in de vertaling fragmenten zijn weggelaten of veranderd en citaten in de indirecte rede worden vertaald. Daarnaast verwijt hij de vertaalster gemakzucht, onkunde en regelrechte domheid. Ook heeft Theo Kars kritiek op het beleid van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. De vertaalster Annette Löffelholz is opgenomen in ons vertalersbestand, na een positieve beoordeling van een proefvertaling in het verleden. Theo Kars merkt op dat wij ‘bij de selectie van vertalers niet meer uitsluitend moeten afgaan op een proefvertaling van twintig bladzijden, maar door middel van steekproeven moeten nagaan of het werk dat zij daarna afleveren van hetzelfde gehalte is’.
Deze uitspraken liegen er niet om, en vragen om een reactie van onze kant. Het nlpvf heeft vanzelfsprekend de zaak serieus genomen, zowel in het belang van de auteur als de vertaler. Daarom hebben wij twee van onze adviseurs gevraagd enkele fragmenten van de vertaling, waaronder de gewraakte, nauwkeurig met het origineel te vergelijken. Onafhankelijk van elkaar hebben zij hun werk gedaan, hun bevindingen kwamen niettemin in grote lijnen overeen. De adviseurs vonden de vertaling zonder meer goed, en merkten op dat deze leest als een originele Duitse tekst. Zij onderkennen dat de vertaler zich inderdaad vele vrijheden heeft veroorloofd, maar vinden dit niet bezwaarlijk aangezien betekenis en inhoud van de brontekst op adequate wijze worden weergegeven. Weliswaar noemen zij het opvallend dat vele citaten in de indirecte rede worden vertaald, maar een van de adviseurs vermoedt dat dit een praktische oorzaak heeft: ‘Es dürfte fast unmöglich sein, alle diese Zitate (sämtlich ohne Quellenangabe) ausfindig zu machen.’ Doorslaggevend vindt hij hierbij het feit dat deze keuze de tekst eerder baat dan schaadt. Hij vraagt zich wel af of de vrije omgang met citaten niet beter van tevoren met de Nederlandse uitgever en auteur overlegd had kunnen worden. De andere adviseur vindt dat de geparafraseerde citaten in het Duits eleganter overkomen: ‘Het is in het Duits niet gebruikelijk om achter een naam direct het citaat te zetten.’