van de redactie
Behalve voor de aandachtige lezers van De Revisor is het werk van Pierre Michon (geb. 1945) hier tot dusverre tamelijk obscuur gebleven. Vreemd, want auteurs van een dergelijk niveau zijn toch zeldzaam, zelfs in Nederland. Hij behoort tot de koninklijken onder ons, die met elk boek nieuwe categorieën creëren (en meteen een paar oude overbodig maken).
Michons oeuvre is klein, alle dunnetjes meegerekend telt het acht titels, waarvan dankzij de inspanningen van de Brusselse vertaler Rokus Hofstede vrijwel alles inmiddels bij uitgeverij Van Oorschot is uitgekomen. La Grande Beune (1996) werd De hengelaars van Castelnau, de schildersverhalen Maîtres et serviteurs (1990) en Vie de Joseph Roulin (1988) werden samengebracht in Meesters en knechten, het biografische Rimbaud le fils (1991) werd Rimbaud de zoon en komend voorjaar zal Michons debuut en ‘hoofdwerk’ Vies minuscules (1984) in het Nederlands worden uitgebracht onder de hier ter redactie nu al omstreden titel Roemloze levens.
Voorts werden de legenden uit Mythologies d'hiver (1997), zijn laatst gepubliceerde boek tot dusverre, in afleveringen in De Revisor gepubliceerd: ‘Drie wonderen in Ierland’ in jaargang 1999 nummer 6 en ‘Negen keer over de Causse’ in dit nummer.
Hoe weinig ook in hoeveelheid, het hoge concentraat maakt het onmogelijk dit magistraal minuscule oeuvre in één keer in zijn geheel te overschouwen. Er zijn contribuanten aan dit nummer die aan een paar bladzijden Michon hun handen vol hebben. Zie de acribische en toch conciese bijdragen van de vertalers Anneke Brassinga, Martin de Haan en Rokus Hofstede, die woord voor woord de luister van Michon van de ene taal overbrengen naar de andere, die proberen om de taal van hem heel voorzichtig tot die van ons te maken.
Dat taal zich van het ene land naar het andere verplaatst, van het ene boek naar het andere: deze continue metamorfose is voor een auteur als Pierre Michon een vanzelfsprekendheid. Faulkner, Rimbaud, Melville, Van Gogh - ze duiken steeds weer op, net als andere verre verwanten, maar zij misschien net iets vaker. Dat is althans de gedachte van oud-redacteur Jacob Groot, Michon-lezer van het eerste uur, die de jonge auteurs Miguel Declercq en Pam Emmerik ertoe wist te bewegen zich met Rimbaud resp. Van Gogh te verstaan; zelf ging hij als een Ahab op jacht naar Melville, waarna hij ‘enkel en alleen ontsnapte om het u te komen vertellen’.
Foto omslag: Pierre Michon drinkt nooit voor vijven.