De Revisor. Jaargang 27(2000)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Maria van Daalen Sonnetten Rozen eerste sonnet voor Kees van Keulen voor je verjaardag koop ik 42 rozen ik zet ze op mijn altaar neer ik geef ze water en dan laat ik ze drinken en verwelken later nog wacht ik tot de cirkel van verdorde loze blaadjes bruin en knisperend is ik tel hun broze stiltes dat weet je niet je viert het niet je gaat er van uit dat ik er niet meer ben de waarheid staat er te lezen blad na rozenblad tijd die gekozen is nu ga ik weg ga jij weg als ik dood kus ken ik verlangen het blijft over in krullend rood en geur het verwelkt nog niet het is ingehouden meer van mij als alle stelen kaal zijn leg ik ze neer in een vuilniszak in een krant voorzichtig dorens niet scheuren ik mag vergeten ik ben geboren [pagina 56] [p. 56] fonkelend (tweezijdig) derde sonnet voor Kees van Keulen Ik heb de artisjokken laten aanbranden en mijn handen roken naar knoflook en o- lijfolie, naar citroen ook, de wijn viel zo kalm om dat het glazen tafelblad glanzend en fonkelend drupte, in de vlammen blonken de distels, bloembodem met rode/ paarse omwindsels, de stekels onnozel weggeknipt, en we zochten naar de randen van elk blad, pellend, de onderkanten zwart als de pan maar zo zacht van binnen, zuig je voorzichtig, en proef je? Je dronk de wijn van mijn lippen en noemde mij, noemde mijn man en jouw vrouw, als de twee ene getuigen mag, toezeggen, daarvan het enige hart. [pagina 57] [p. 57] Zeezicht vijfde sonnet voor Kees van Keulen Hij voert mij zalm alsof het vis is, breekt de te dunne, te blanke toast, en de geur van zeezicht, strandvondst, wemelende meeuwen hangt zout in het kielzog van de visser, geeft me het bedauwde glas goudgele champagne van de vensterbank. Ik ben een jong dat schreeuwt en hij reikt mij met de hand het eeuwige even ernstig als altijd. Eet, dat kun je weleens nodig hebben als je met mij op reis wilt gaan. De weg is lang, aan de zee voorbij, we gaan lopen, wil je mijn donkerblauwe mantel dragen, die is warm en licht, ik houd je hand vast, zul je altijd dicht bij mij blijven? Als we bij elkaar zijn zijn we thuis. Vorige Volgende