De Revisor. Jaargang 25
(1998)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| |
Astrid Lampe
| |
[pagina 106]
| |
ik heb
(buiten dat ik zoiets überhaupt niet kán) je ook nog nooit
hóeven bedelen om mij na elk wissewasje weer 'ns diep in de
poppetjes van mijn ogen enzovoort
100% bonafide
ik heb je gewoonweg nog nooit hoeven vragen
| |
[pagina 107]
| |
tot
het beeld beklijft
ik bij je inwoon...
...mijn lengte niet langer verstop
zakken rol waar je bij staat
zolang in open veld mijn lichaam me het zwaarst woog, ik was
gerust!
in open lucht ik was gerust
de zinkplaat
de weg die niet ophoudt
de wolk die bestaat uit het mier- stier- & klieren van muggen
jouw bloed zo goed als het mijne!
op straat: ik ben gerust
nu jij mij op mijn hakken keert en ik voorbij de hoek
mijn zaakjes inspecteer
nu jij
nog bij me inwoont
| |
[pagina 108]
| |
Skylla & Charybdisde K. kermis trok open
enkeltje hel
- I've had my honeymoon babe, water en witbrood,
sure! dhú... dúbbel en dwars!
nachtzwart
1 for check
nacht zwart &
nát
blauw satijn, blue
velvet, suede shoes, trap-as en frame:
ambachtelijk één!
2
nacht zwart
diep gat: rijtend!
de schrokkerige meesmuil-
de schrokkerige muílmui van
de hel schelle metro-hoge-
snelheidslijn: ruw uiteen!
...
ziels alleen
ongehoord bestiaal en inhalig: de debiele scheur, het zich
krabben op de naad van grijs lillend vlees: de aker kots die
je moeder is
| |
[pagina 109]
| |
- kopje koffie!?
de
wezenloos zich sperrende rots die alle geboortes die ze
(kont tegen de krib zo wars edoch spontaan, stuíterend van
leven) ooit buitendreef, vloekend en tierend aan haar doodsbed
beveelt om hapschrok (met haar op handen zijnde dood méé)
naar binnen te lappen
op de valreep!
hier!:
de
(genereuze) hand van uw (genereuze) zoonGa naar margenoot* waar ik de nacht
mee sliep: de hand die hij als handje naar U uitstak
meervoudig de breuk, kósmisch de kermis
vóór de kraam langs, stut ik mijn borsten aan de uwe,
Moeder,
Voedster-
vóedsel wil ik u zijn: tot galgenmaal
- mondjesmaat godverdomme!
mondjesmaat godverdomme wil ik u de darmen zalven opdat u zich
(plaatsvervangend) een jeugd aan me vreet, deze, mij
over het graf u toegestoken (vorstelijk gespekte) wijsvinger
tot op het bot mag afknarpen voordat het deksel snappend dicht
zal slaan
| |
[pagina 110]
| |
ontfutsel mij
als schrale doodstroost (tengels af van uw kroost!) iéts van
die
weeldrigwelige
onzalig-overdadig-overspelige, dijbeenmalsgeknede en in één
nimmer eindigende bruiloftsnacht door uw volwassen zoon bij
mij
klaargestoomde, losgepotelde,
nauwelijks nog te drágen zachtheid
als schrale doodstroost gelóóf het of niet,
ik heb want ontving: te over
- poele poele poele...
met huid en haar voor mijn part dóe me dit plezier, benauwd,
bloeddorstig,
monumentaal naakt stervend moedermens, vervúl mijn wens, erken
mij als uw dochter:
lust me rauw!
|
|