De Revisor. Jaargang 24(1997)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] John Körmeling Uit Handboek voor schoonheid, 1982 Ik houd van veel. Ik houd van een, nog een en nog een. Gisteren dacht ik: Als je een meetlat ziet, wat zie je dan? Zie je losse stukjes of hele lengtes die elkaar overlappen en voorbijschieten? En als je iets met de meetlat gaat meten heb je de grootte al, maar je weet nog niet hoe groot die is. Wat je wilt meten heb je al vergeleken met andere groottes die je in gedachten hebt of die gewoon ernaast staan of in de buurt. Dat wat je wilt meten is groter, kleiner, ongeveer even groot, groot genoeg, te klein of te groot. Voor een vergelijking heb je nog een nodig en die is dan één. Zonder nog een, geen één. Deze twee groottes verhouden zich tot elkaar. Het verhoudingsgetal tussen deze twee is het aantal keer dat de een in de ander gaat. Het is een kaal getal. De eenheid ervan is keer, een keer en nog een keer en nog een beetje. Vorige Volgende