John Körmeling Het tafelblad kraakt als ze wrijven 1987
[pagina 28]
[p. 28]
Josien Laurier
Piggelmee
In de duinen, niet ver van zee
woont het paartje Piggelmee
Hij klappertandt bij koude thee
zij draagt een raspberry baret.
Dat had ze nooit gedacht, vrouw Piggelmee!
Ze had niet het flauwste vermoeden van een hemelsblauwe elpeehoes waarop je kunt figureren zonder kleren, met alleen een raspberry baret.
Maar ze kwam haar Keulse Pot al uit toen ze het majorettemeisje met de Prince-pet op in de verte aan zag komen.
Ze had alle reden zich graag te laten betoveren.
Om te beginnen was haar echtgenoot buitengewoon braaf.
Hij stal niet.
Hij loog niet.
Hij pleegde geen overspel.
En als zijn tijd kwam, ging hij dood.
Daarbij woonde ze in een pot waarvan een scherf ontbrak.
Ze hoorde altijd maar die zee, en ze had niets te verteren.
Ondertussen groeiden in iedere minuut dat ze niet betoverd werd, haar tenen.
Vrouw Piggelmee moest niet beledigd worden!
Was bijvoorbeeld Bo Derek uit de zee komen stappen met de baret op haar duizend vlechten, dan was ze nijdig gaan roepen om de zoekgeraakte scherf, voelde haar man dan niet hoe het tochtte in dat krot van een pot!
Ze had er Madame Bovary bij gepakt en was zuchtend gaan lezen.
Een hele nacht lang.
De volgende ochtend had haar man de baret moeten gaan begraven onder een duindoorn.
Haar humeur zou daardoor niet verbeterd zijn.
[pagina 29]
[p. 29]
Madame Bovary is een dik boek.
Met gemak kwam ze daarmee een winter door waarin hele scholen vissen stikten onder het ijs.
Kwam onverhoopt het voorjaar vroeg, dan had ze altijd nog Wampie achter de hand, van Anton Coolen.
Iemand met nat haar moest haar niets komen vertellen over hoe dat tegenwoordig zat met prinsen.
Haar moest glimmen!
Het majorettemeisje had veel op Bo Derek voor. Niet alleen werd ze door al haar nichtjes nageaapt, ook had ze al bij het ontwaken glanzend haar. Ze sloeg haar ogen op en het volgende moment was ze op weg naar een second hand store.
Haar stok liet ze thuis.
Ze was tenslotte geen fee.
In de second hand store las iedereen The Guardian.
Hallo, zei het majorettemeisje.
Ik kom net van de side walk.
Daar keek niemand van op, en in haar pot klapte vrouw Piggelmee haar paraplu in.
Van second hand stores had ze nooit gehoord.
En wat was een side walk?
Ze kende stegen, paden, lanen en trekvaarten.
Ze wist van hertogen die op paarden kunnen varen, luid zingend en met gepluimde helmen.
Maar een side walk?
De olifant en de giraffe keken op van The Guardian.
Dag dikkerdje, zegt de ene.
Do you plan to do me any harm? zei het majorettemeisje, en ze liet haar spieren rollen.
Vrouw Piggelmee bond het regenscherm zorgvuldig met een lint rond de stok, stapte ermee naar buiten en begon te jongleren als stond ze op een dorpsplein.
Boven het geluid van de zee uit hoorde ze dat van een fanfare.
Net steunkousen, dacht ze, toen ze de kleur van de benen van het majorettemeisje zag.
Het majorettemeisje maakte van het strand een catwalk. Ze slingerde haar pet in de lucht als was het een stok.
[pagina 30]
[p. 30]
Meneer Piggelmee zette zijn gieter neer en begon te zingen dat hij het altijd weer verpest als hij I love you zegt.
De second hand store was ondertussen een ravage.
Het was de olifant geweest, die het majorettemeisje had menen te horen zeggen dat ze het warm kreeg. Hij had de hele winkel leeggeblazen.
Inderhaast had het meisje nog juist de baret, die de hoek om woei, kunnen grijpen met haar watervlugge armen.
Nice hat, had ze gezegd.
En ze had hem opgezet.
Moet je horen, riep ze uit de verte naar de plakplaatjes.
Om te beginnen lijken prinsen niet op kikkers.
Maar het begon zo verschrikkelijk te onweren, dat het paar Piggelmee niets kon verstaan.
Nog even en de Keulse Pot zou wegwaaien.
Met ingehouden adem wachtten de twee af, plat tegen de linnen rug.
Vrouw Piggelmee dacht eraan hoe veilig Wampie voor het haardvuur in de boswachterswoning lag. Het strand zag eruit als een woeste hoogte waarvan de schapen waren weggerend en met haar ogen dicht dacht ze aan de zorgen van Moedertje Miep.
In haar gedachten was het majorettemeisje al ten hemel gevaren, toen ze ineens voor haar stond, glimmend van het zweet.
Je hoed staat scheef, zei vrouw Piggelmee geschrokken.
You're welcome, zei het majorettemeisje en ze maakte een razendsnelle knieval, waarbij ze een denkbeeldige stok op haar bovenbeen doormidden sloeg met de zijkant van haar hand.
Ben je boos pluk een roos, mompelde meneer Piggelmee, met een blik op haar sproeten.
Tabee, riep het majorettemeisje.
Hoezee, zei hij.
En hop marjanneke, mompelde hij terwijl hij haar nakeek.
Marjanneke draafde over het strand op weg naar haar zuster Nicky, die op de nok van een powerbuilding oefeningen deed met een halter.
Mannetje Piggelmee keek haar zo lang na dat de thee, die hij voor haar komst had gezet, koud was geworden toen hij zich eindelijk omdraaide.
[pagina 31]
[p. 31]
Dag Jan Klaassen, zei zijn vrouw, op een schommelstoel in de deuropening, breed lachend onder de frambozenpet.
Momentje, zei hij en hij hief de paraplu hoog boven zijn hoofd om er de Keulse pot mee doormidden te slaan.
Het nieuwe Delftsblauwe plectrum vloog met een vaart over de oceaan, waar Nicky's ogen juist dichtvielen boven een magazine.