De Revisor. Jaargang 24(1997)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Tonnus Oosterhoff Vier gedichten · Een in grijsgrauw vanonder zich vullende vrouw klimt, in de klim gefilmd. Trucage; jij bent het. Jij bent er ook, ook verrast en ontroerd. ‘Dat die film nog bestaat.’ ‘Ja.’ Hè? Ochtend half vijf. Dus ik droom nog van hoewel je in deze vorm niet meer bent allang Mijn denkvermogen trekt zich achter een donkere schijf wilsarm, halfwit, smaak nee, verprikkelde tuigen halverwege het in het leven sterven steken gebleven (nu) overgeïnteresseerd in opvattingen die anderen aangaan brand in de molen in de rouwstand [pagina 5] [p. 5] · nu mijn buik ongetralied ovalen camee in hanger geworden is nu komt het pas bijstaan geschoren gezogen en wel dat aufeest van de dood van u een kruiwagen kiere kiere zachte krullen en bladeren over u uitstorten wil ik want ik hou van u hou van u verder als twee druppels water verder mogen als we druppels zijn hangen vallen vervangen [pagina 6] [p. 6] · Drie jongleerballen, vier kleuren van zachtgeschilde huid. Een, twee, drie. Een, twee, drie, vier. Groen, geel, blauw, rood. Zomerochtend; poes rust op 't balkon, zich een zwart roodstaartje voorstellend. Maar het ziekenhuis om de hoek is nog onder. En in Park Randenbroek spelen sportparen winteravondtennis, stoomwolkjes lachend. Vierhonderd meter is het maar van hier tot helemaal daar. De gebruiksaanwijzing beweert: ‘En u jongleert. Gefeliciteerd!’ Mijn broer woont in Australië. Geëmigreerd. [pagina 7] [p. 7] · Heel het station van Utrecht valt in het licht tussen reuzen van novemberwolken, zo. Metaal, steen, glas, al wat draagt, beschermt, doorlaat, wijst schelhoeken en afstralen toe aan vloer en tegelwanden. De rechtop aanwezigen op de perrons - De reizigers? Dat klinkt naar kousen in huidkleur. Ouwens zegt rietkragen. - in hun rug leunend of zich juist wat verschikkend, vallen meteen omgekeerd in uit de grond schietende naalden van kracht geluk afgronddiepe wanhoop. Gevoel, besef wellen uit geen innerlijk op. Mensen worden aan perrons geregen. Waar men staat heeft men, wat men heeft (is) te dragen. Heel het station in Utrecht valt in het licht Vorige Volgende