Arjen Duinker
Manvariër en ik
Wie op zo'n manier het dreunen van de wereld hoort,
Lach of niet, o ja en veronderstelt dat hij vliegt,
Het glijden van slangen hoort, uitdijende wolken,
In een kloof de roep van een kwetsbare vogel,
Het dwarrelen, onomkeerbaar, van miljoenen raadsels,
De zwijnen ziet vertrekken en vluchten en sterven,
De kolossale leegte door een bliksemschicht gevuld,
Kleine bladeren, de groei van zoete aardappels,
Raad eens wie, op zo'n manier, wie hier...
Wie daar misschien, tussen klare slierten van schemer,
Schreeuwend rondloopt, verlangend naar een vrouw,
En het karakter van de bijl ziet, op zo'n manier,
Terwijl de grond huivert, tot aan de horizon in de diepte,
Terwijl de wind oude wegen verslindt, zo en zo en zo,
En plotseling een hand opsteekt om vrienden te waarschuwen,
En het succes van een pijl kan voelen en voelt, van verre,
En op zo'n eigenwijze manier rode bloemen ziet, ha!,
De bedwelmde insecten, het einde op de drempel ziet,
Met geschenken om honger en dorst te kalmeren,
Elk begin van elk leven, de zon vliegend als hij, o!,
Wie zo de woede van de bergen ruikt, van de rivier
Die 's ochtends kolkt en 's middags sluipt,
| |
O ja, de woede van de wereld hier en daar ruikt,
Zijn schouders ophaalt, de neus van zijn voorouders,
En blijft jagen, in steeds groter wordende cirkels,
Blijft jagen, met een grimas van pijn en vuren, wie!,
Wie op zo'n eigenwijze manier de wereld ervaart,
Terwijl de maan hem voorgaat in de jacht, onbereikbaar,
En de laatste cirkel de bosrand bereikt, zijn bron,
Zijn droom, zijn tijd, o wie daar en daarbuiten jaagt,
Blijft jagen, struikelend van wellust, de vlakte betreedt,
Waar de grassen hun adem inhouden onder zijn besliste tred,
En op de wereld jaagt met zijn glooiende zintuigen, ha!,
Terwijl hij fluistert en gilt, wie dat op zo'n manier kan,
Kan en doet, daar en hier, jagen om het rijke gevecht,
De grote strijd, om zijn zintuigen dag en nacht te beproeven,
Nou en!, om de banden aan te halen, tussen wereld en maag,
Wie zo jaagt en strijdt, is alleen, en alleen Manvariër.
|
|