en dat stukje huid te slechten. Maar dat was moeilijk. Het zag er in haar gedachten lang niet zo allesbelovend uit als in haar dromen.
Er doken verschillende gezichten op, dat wel, maar haar herinnering had ze vertekend en ze vroeg zich af wat de jaren hadden gedaan met die goochelaars die zich in haar geheugen hadden genesteld. Ze aarzelde en bedacht een ander plan. Aan haar bed zou waarschijnlijk niemand dat gezicht opzetten waarop ze wachtte. Ze maakte het zichzelf te moeilijk. Ze moest een feest organiseren. De onbetaalbare charme van vlugge lachjes, small-talk en een wirwar van kleuren en kleren zou de atmosfeer creëren waarin ze als bij toeval getroffen zou worden door die ene opmerking of dat ene gebaar dat haar naar haar beslissing zou voeren.
Ze vroeg de twee beeldschone buurjongens die ze in de laatste jaren van haar leven met plezier om zich heen had zien gaan - ze wist wel dat passie niet in schoonheid zat, maar genoegen daarentegen zeker - een grandioos feest te organiseren. Iedereen die ze ooit begeerd had moest worden uitgenodigd, maar ook een schoolklas, een aantal bijzonder ambitieuze jongeren, en in de ruimte moest een groep tamme vogels losgelaten worden, voor de kleur, de muziek en de beweging. Het moest gonzen, fluisteren en gisten.
De nacht ervoor golfde haar buik, ze droomde van niets dan stukjes schouder, hals, wang, en de griezelige nadering van andermans mond. Verschillende keren lichtte ze in haar slaap haar hoofd op, in een steeds groter verlangen, een steeds kortstondiger terugzinken. Alles was heel, heel goed.
Toen stond ze op, trok een plechtig pak aan met daaronder een lichtroze blouse, ze had tenslotte geen tijd er te veel gras over te laten groeien, en liet zich door de buurjongens naar het feest begeleiden. Ze was lang niet buiten geweest. Het zachte bewegen van de knoppen van de bomen, de lichte druk van de jongenshanden onder haar ellebogen, bezorgden haar een droef, maar zalig gevoel. Toen ze de ruimte binnenkwam, werd dat gevoel heviger. Het feest was precies zoals ze dat zich had gewenst, de gezichten en ogen glansden, er was kleur en muziek.
Met dat gevoel van droeve lichtzinnigheid zette ze zich in een stoel en keek. Geen moment zat ze daar alleen. De gezichten die in haar dromen waren opgedoken, had ze nu werkelijk voor zich en ze zag in elk van hen precies wat haar had doen begeren om met haar lippen iets van die ander aan te raken. Ze herinnerde zich de eerste keer dat ze hen met die vreemde interesse bekeek, de schok waarmee ze iets gewaarwerd dat voor haar wezenlijk was, die frisse, scherpe, eerste indruk, en ze zag het opnieuw. Haar geheugen was fenomenaal, haar blik glashelder. Ze beminde hevig. Maar ze raakte niemand aan.
De verleiding was zo groot dat ze volslagen weerloos werd. Ze zag en beaamde, sprakeloos en zielsgelukkig. Zo gelukkig dat ze aan het einde van de avond huilend