De Revisor. Jaargang 21(1994)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] F. van Dixhoorn Armzwaai 2. armzwaai 3. een aapje wou eens lollig zijn en beet in de neus van de kapitein de kapitein werd vreselijk boos en stopte het aapje in een poederdoos 4. de maan die langzaam naar boven klimt in haar koude licht glijden wilde honden voorbij staan stil en nemen de lucht op van het eenzame aapje 5. dit is een boot ik kan niet de hele dag op je wachten 1. maken een bocht in de lucht zeker een brug voor de zekerheid roepen ze een brug 2. wie zegt dat een streep me niet aantrekt als ik de ruimte heb maak ik hem ook wit 3. en rust waar is de brug als hij open is [pagina 12] [p. 12] 4. in het restaurant zit een vrouw een vrouw met een klein hondje eet wit vlees 5. rijdt langzamer tenslotte komt hij naast haar rijden 6. licht maar traag als het zomer wordt verplaatsen ze zich naar de helling ik vind dat geen stilstand 7. je verwacht iets van ijzer iets is vreemd als je boven bent ben je alleen maar moe later komt de trots naar boven 1. het is zomer veel mensen zijn er niet de verte golft als een kalme zee de rol van het geheugen 2. voor een vis bestaan die gebieden niet en het generaties lang volgen van dieren is niet gemakkelijk [pagina 13] [p. 13] hij moet proberen uit het ongerijmde de genetische aanpassing vast te stellen 3. aan mij zie je niets boven gekomen daal ik niet af aan de andere kant we noemen alles oosters wat niet uit het westen komt 4. mijn hemel wat ben je koud ontstaat een voorraad niet door produktie klagen hoort bij overleven 1. ronde oren 2. ronde neus dan ik naast elkaar draven we het water in herkenning verwaaiing door de wind in orde geraakt als hij het aapje terugbrengt en ik weet dat het thuis is zal het weer opleven 3. legt de hand op zijn arm maar het is als zweven [pagina 14] [p. 14] haar vingers boven die arm 4. in de wind zure kleur doet de ronde nadert een kudde 5. van wie ze zijn onwetend danst ze achteruit misschien is ook zwijgen wel een vergelijking en dromen een uur per dag voordat ik aan het werk ga 1. vlug terugzetten het kan in drieën iedereen weet wat hij of zij krijgt dus niemand kan teleurgesteld zijn 2. voor de vogels 3. voor de vogels 4. hoe sneller je bouwt des te korter blijft het bestaan des te sneller is er werk 5. helpt alleen [pagina 15] [p. 15] als er water is hun werk maakt de grond steeds waardevoller 6. graven op dezelfde plaats maakt de grond steeds waardevoller 7. voor de vogels 8. rust op die vazen een verschillende behandeling van de zee evenzeer het bewijs van verschillende herkomst 9. uit een kapot ding er is niets zo leerzaam als een kapot ding of ze nu het licht aansteekt een wandeling maken in een boot zit 1. zo went hij nooit aan mij o wijst terug en is te lang te lang dicht een maanloze nacht om precies te zijn er wordt zoveel gepraat 2. niets dwingt [pagina 16] [p. 16] de halve maan zinkt achter de grijze wolkenbank boven de bergtoppen naar het westen uitbreidt 3. een vogel vliegt door de lucht direct zit m'n hondje op zijn staart 4. reizen is iets wat je moet leren rijdt langzamer om de weg langer te laten duren 5. wat heeft hij gedaan ze rent weg hij volgt haar door het lange zomergras hoger en hoger gaan ze buigen langzaam af richting zuiden 1. de akoestiek een feest 2. de bergweiden beginnen 3. iemand hakt met een bijl in een stuk hout dat maakt geluid 4. ze gaan weer hakken maar nu alleen [pagina 17] [p. 17] om de klank te horen 5. ik ben er zeker van dat het werk beter wordt wanneer ondersteund door bepaalde klanken en stromend ritme 6. komt hier elke dag om te werken het is mijn boot 7. dwingt mij door te werken dat is welkom vroeger heb ik geleerd met veel mensen om mij heen te werken 1. het ergert me dat hij meer durft dan ik naast elkaar draven we het water in 2. soms praat ze in prachtig engels over zichzelf om uit te leggen dat ze niet het eiland om haar heen ziet maar het gevoel heeft dat de herten naar haar kijken 3. ze staat op [pagina 18] [p. 18] de herten doen haar na zo slenteren we door het natte bos 4. kijk de zee de een voelt zich belangrijker dan de ander en iedereen luistert naar wat de ander zegt 5. daarom lacht hij niet in zijn ogen is alleen verveling verlaat hem niet 6. droogt zijn armen af een spreeuw landt op het groene grasveld buiten de lijnen en trippelt door mijn schuld het strijdperk in 1. en nog een verveling gevoel is verveling gevoel zonder omweg ploft elke noot op de juiste plaats 2. van klachten van chauffeurs waarom niet [pagina 19] [p. 19] naast elkaar zie je iets aan mij 3. het werk gaat nog even in stilte door 4. werkt verdriet als een veer ik leg ze naast elkaar zonder de mens zou het landschap minder afwisselend zijn 5. armzwaai 6. als een hond maar dit ruikt blijft hij staan ik vind dat geen stilstand word er vrolijk van 1. staat iemand aan de kant om het werk over te nemen 2. door welk ongeluk ook als ik nu niet ophoud houd ik nooit op en niet alleen om te weten hoe het verder gaat 3. kijk toch eens waar je op ligt goudriaan [pagina 20] [p. 20] is het denkbaar zacht gemompel 4. ik begrijp niet waar ze gebleven zijn of kan ik ze gebruiken verliest het evenwicht 5. valt languit op de grond nee zo is het niet kijk dan toch eens waar je op ligt 6. door mijn schuld staat iemand aan de kant om het werk over te nemen 1. vlug terugzetten het kan in drieën iedereen weet wat hij of zij krijgt dus niemand kan teleurgesteld zijn 2. wat overblijft is het belangrijkste en het belangrijkste kun je zien wat ze begraven en zijn van plan terug te komen [pagina 21] [p. 21] 3. de zee is warm geworden ik vraag me af waar hij gebleven is vallen de bladeren de eerste scheren over het gazon om de voorsprong vast te houden 4. trillende linkerhand een ladder van twijgen gevlochten is een mooier symbool van het onbestemde verlangen 5. aan mij ik merk dat veel mensen dat ook zo ervaren volgen 1. om haar afwezigheid te omsingelen langs de zee de omtrek van het schiereiland 2. nadat de bladeren zijn gevallen komt de maan terug boven het meer 3. rond lijkt het wel of het opzettelijk is gegraven 4. een enkele maal [pagina 22] [p. 22] trekt hij met zijn poten alsof hij nog loopt 5. licht maar traag als een roze bal hier of daar kijk naar het diertje ze ziet het niet maar als een donker voorwerp dat steeds groter wordt 6. het is of de dood het aapje een met de boom heeft gemaakt of een vrucht van hout die langzaam daaruit groeit rijp de grond nadert om verwelkend haar zaden af te staan 1. geeft hem een hand en gaat naast hem liggen of ze haar lengte aan de zijne wil meten 2. geef hem een hand en ga naast hem liggen of je jouw lengte aan de zijne wilt meten [pagina 23] [p. 23] Vorige Volgende