heeft zonder twijfel te maken met mijn scholing als sinoloog. Algemener: het zij verre van mij te beweren dat Duoduo in zijn teksten nooit bedoelt te verwijzen, of dat zijn woorden nooit nieuwsgierigheid wekken naar een dergelijke bedoeling. Maar ik vermoed, en heb dat vermoeden meer dan eens bevestigd gezien, dat zijn beelden bij verschillende lezers sterk uiteenlopende associaties oproepen.
Belangrijker nog: dat ze geregeld zo hard aankomen dat ze het kunnen stellen zonder de vraag waarvoor ze staan, waar ze vóór staan, op welke begrijpelijke mededeling ze het zicht zouden benemen. Ze hoeven niet ingeplugd te worden in de werkelijkheid om toch, van zichzelf, te knetteren, zoemen, zwijgen. Als het moet gaan over hun ontstaan, heel even dan: ze maken de indruk veeleer gezien te zijn dan bedacht. In het beste geval sluiten ze daardoor aan bij (diep ademhalen) algemeen menselijke gevoelens; in het slechtste geval leveren ze geraaskal op. Niet alleen in vertaling, zo heb ik me tot mijn opluchting laten vertellen.
Ballingschap moet een zo ingrijpende ervaring zijn dat de vraag niet onredelijk lijkt: is Duoduo's werk de afgelopen jaren veranderd?
Eerst: die vraag is uiteraard voor het werk van geen enkele dichter onredelijk. Ik houd me met deze formulering op de vlakte, schrijf niet op dat het in het geval van een verbannen dichter een onvermijdelijke of de enig mogelijke vraag is, of zelfs dat de vraag stellen is haar te beantwoorden, omdat ik allergisch ben voor een biografische benadering van literair werk. De geschiedenis van een individu is voor de meeste andere mensen nauwelijks kenbaar, behalve als een lijst van zogeheten Feiten en, soms, mededelingen door dat individu zelf of door de omstanders. De mededelingen (ik was doodongelukkig; hij leek heel tevreden) zijn subjectief en oncontroleerbaar; de feiten (huwelijk, scheiding, verbanning, literaire prijs) nietszeggend. Hoe weet een ander wat zo'n feit voor de betrokkene betekent?
Lekker chargeren. Gelukkig is mijn allergie geen literair werk en mag ik die van mezelf wél biografisch benaderen: het komt, ik zweer het, doordat ik me bezighoud met poëzie uit de Volksrepubliek China en zo verschrikkelijk moe word van critici, inleiders, vertalers die ook in hun kritieken, inleidingen, vertalingen de Volksrepubliek China belangrijker lijken te vinden dan die poëzie. Houd mij ten goede: de onderdrukking in dit land is reëel en schandalig, verdient meer stampij dan de poëzie, en meer dan ze krijgt. Maar voetstoots aan te nemen dat alle dichters uit dit land schrijven over of op z'n minst naar aanleiding van die onderdrukking ontneemt hun ook een vrijheid die ze gelukkig wél hebben, al zeker weer een jaar of vijftien: dat níet te doen. De meest dodelijke bewering in dezen is een volwaardige Catch-22: weigeren aan politiek te doen is een politieke stellingname.
Als dat waar is heeft Duoduo in ieder geval de afgelopen jaren zijn stelling niet