De Revisor. Jaargang 21
(1994)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
de revisor
| |
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
Dit is het eerste nummer van de eenentwintigste jaargang van De Revisor en tegelijk het eerste nummer van een nieuwe Revisor. Getrouw aan de betekenis van zijn naam lijkt het tijdschrift, op het moment dat het de leeftijd des onderscheids bereikt, behoefte te hebben aan een transformatie. Noem het zelfcorrectie, inkeer, wedergeboorte, desnoods rebellie tegen zelfgenoegzaamheid. Herziening dus. De Revisor zelf heette het verhaal te zijn van de gestileerde verbeelding, die in haar koestering van formele procedures een streep wilde halen door al te ruwe of realistische versies van de werkelijkheid. Inmiddels ligt de zaak ingewikkelder. Cultuur schijnt een cavalcade geworden van werkelijkheidsvisies. We wervelen mee in een heuse maskerade, een hausse aan beelden, en het resultaat is dat de wereld er alleen maar bedrieglijker op lijkt te worden. Bedrieglijker, bedachter, gezien. Herzien betekent nu, meer dan ooit, opnieuw zien, of nieuw zien. Zien dat bijna alles anders is. ‘Voor je het juiste vindt, probeer je het steeds door iets anders te vervangen. Met betrekking tot het feit, dat niets het juiste kan vervangen, vergis je je onophoudelijk opnieuw’ (Ludwig Hohl). Dit is de paradox van Hohl: wie zich aangeraakt weet door het juiste, moet zich eindeloos corrigeren. Dit is een ernstig spel. | |
[pagina 4]
| |
Het vereist de werkhouding van een kind dat maakt en overmaakt, zich willens en wetens ontwikkelt. Daarom wil De Revisor een denkend tijdschrift zijn, dat de hele cultuur tot domein verklaart, als een veelvoudig geheel, van hoog tot laag, inclusief de marges, het liefst vanuit de marges. Uiteindelijk kan dan blijken of inzichten nieuw kunnen zijn, nieuwe inzichten visies mogen heten, iets als visie op grond daarvan mogelijk is. We kunnen zeggen: tussen ethiek en esthetiek een gebied ontginnen van betrokkenheden, standpunten, terugblikken, perspectieven. De nadruk op onze positie nu. Wij nu: ingebed in een naoorlogse geschiedenis, waarbinnen de literatuur ook een geweten moet zijn, van zintuiglijkheid doordrongen. Dit is een credo of uitgangspunt, hopen wij.
de redactie | |
[pagina 6]
| |
|