De Revisor. Jaargang 17(1990)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Peter Ghyssaert Dorpsoudste Hij blijft nooit lang zitten in 't dorpscafé, een stulp met een verrotte biertoog, hout van jaren donker, dagelijks met bier gewassen en met eelthanden tot glimmens toe gewreven; veel kroniek is in zijn hoofd verzand, waar ook de wijsheid zetelt, licht dat hindert: soms zegt hij wat geen mens begrijpt, blaast stoom af in de energieke middagzon, en steeds meer feiten en conclusies komen onder zijn hoede, hij stalt ze in het klein, houten museum van zijn huis naast een fonkelend terrarium, specimina van grijze vlinders in een glazen kast gepind; zijn bedstee ruikt naar donkere aarde van zijn tuin waarin hij met een koperen spatel graaft naar scherven. Zijn familie is al uitgestorven, zonen uitgebeend en ingelijfd bij de collectie waarin hij systeem schept, dagelijks. Regerend tussen zonsopgang en -ondergang, terwijl de brave boeren in het dorp het voor en tegen van zijn bevordering tot dorpsgek zitten af te wegen. [pagina 15] [p. 15] De heiligen Hun voegen zijn gebreeuwd met kunstlicht en hun onderkaak is volgeschonken met een lauw insecticide dat nog meer dan kevers of wormen een dode uitbijt onder de houten pij. Op hun gezwollen lijven staan hoofden gekroond met mager bladgoud. Stuntelig en rammelend blijven ze hun protectie uitoefenen. Iedereen wordt voortdurend behoed, zelfs wie zijn huis hier onterecht gevuld heeft, al de koppen gods verduisterd en weer opgelicht in nieuwe constellatie. Hoor hun spieren kraken, denk aan hen. Wie zij al niet in hun gedacht houden. Het krachtig aangedreven schip der kathedraal vaart schuimend van hen weg, de sluitspier van hun aureool is voorgoed dicht. Verbrand een kaars, een gouden calorie, attentie voor hun wormstekige stofwisseling. Vorige Volgende