De Revisor. Jaargang 7(1980)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Anton Korteweg Geboorte I Je trad niet zo zeer, je werd met geweld uit het huis van je moeder gejaagd, het kon zo niet langer. Zij verlost, maar jij hing als een haas in de hand van de jager, wachtend op de genadeslag die je deed schreeuwen van leven. II Ik ben opeens gebaard: een hand houdt mij bij de enkels, ik hang met het hoofd naar mijn buik, ik ben uit mijn schoot gejaagd. Licht botst tegen mij aan, geluiden vallen op mij. Ik schreeuw: ik kan niet terug. Plotseling ben ik te groot, hang ik aan leven bloot. III Wie in haar was maar niet is meer, er na dus, die kent wel het heimwee, niet meer het huis. Altijd en nooit meer, sinds hij werd uitgerukt, uitgerukt werd hij uit in wie hij sliep. [pagina 17] [p. 17] Wie plotseling ervaart dat hij de geur niet meer ruikt van haar jas, de glans van haar haar niet meer ziet, hoe smal haar handen, aarzelend haar mond, die weet: wij kunnen niets meer worden dan alleen maar ouder, en dat elk voor zich. Sterven van steeds meer dorst, leven met steeds minder water. Dat ik van je hou, dat wil ik dan ook wel eens schrijven, nu je dat zo vraagt. Want ik hou van je en niet eens zo zelden, gezien de vierduizend dagen en nachten. Dat het lijkt of je nauwelijks ouder bent geworden, dat je soms nog ver weg kijkt als was je verliefd, dat je handen nog mooi zijn, verder zou ik toch niet willen gaan. Dat ik je wang soms zoek en niet je mond. Ik heb mijn angst en liefde opgepot, ik heb die heel diep in mij zelf gestopt. Ik heb mijzelf ver in mijzelf verstopt. Maar als ik rigoureus word omgespit, dan komt het bloot, dan kom ik aan het licht. Zij het als zwakke zucht, als verre klacht, als schaduw van een schreeuw uit diepe nacht. Als zij hem maar bij de benen hield, het hoofd lang genoeg naar beneden hield en af en toe duchtig schudde - eindelijk was het tot in zijn hollle hoofd doorgedrongen dat hij haar riep, dan, en dat zijn stem door haar vernomen werd. Nu wilde hij ook nog begrepen. Iets anders en niet hetzelfde luider zou hij daartoe trachten uit zich te laten sollen. Andere geluiden. Als hij door haar hevig werd aangegrepen. Vergeefs. Wat in hem was kon enkel in éen klank uit hem gemaltraiteerd. Hij gaf zijn leegte lucht. Zij bleef stompzinnig hij zegt mama kraaien. Vorige Volgende