[Avontuur van een lezer (vervolg)]
sommige passages, sloeg zijn ogen van de bladzij op om na te denken, ideeën in zich op te nemen. Toen hij zo op een gegeven moment zijn blik opsloeg, zag hij dat er op het kiezelstrandje beneden aan de inham een vrouw was komen liggen.
Ze was erg bruin, mager, niet al te jong, zelfs niet bijzonder mooi, maar haar naaktheid flatteerde haar (ze droeg een kleine bikini, aan de randen teruggeslagen om zoveel mogelijk zon te vangen), en Amadeo's blik werd erheen getrokken. Hij merkte dat hij, terwijl hij las, steeds vaker zijn ogen van zijn boek afwendde en in de verte richtte, en wel in de verte die zich tussen hem en de vrouw bevond. Haar gezicht (ze lag op de aflopende oever, op een luchtbed, en Amadeo zag bij elke oogopslag haar niet echt fraaie, maar welgevormde benen, haar volkomen gladde buik, haar kleine borsten die niet lelijk waren, maar vermoedelijk enigszins verwelkt, haar schouders, een beetje te benig, net als haar hals en armen, en haar gezicht dat schuilging achter een donkere zonnebril en de rand van haar strooien hoed) was enigszins getekend, levendig, zelfbewust en ironisch. Amadeo taxeerde haar: een zelfstandige vrouw, alleen op vakantie, die boven stampvolle strandgelegenheden de meest verlaten rotskust verkiest, en het prettig vindt daar pikzwart te worden. Hij schatte de mate van lome sensualiteit en chronische ontevredenheid die in haar waren. Hij dacht vluchtig aan de geboden mogelijkheid van een kort avontuurtje, waarvan hij de konsekwenties, een triviaal gesprek, het programma 's avonds, de haast wetmatige volgende moeilijkheden, overzag, net als de gedwongen aandacht die altijd vereist is bij het zelfs maar oppervlakkig met iemand kennis maken, en hij las verder, in de overtuiging dat die vrouw hem niet vermocht te boeien.
Hij had te lang op die harde plek gelegen, of die vluchtige gedachten hadden toch een spoor van onrust in hem achtergelaten, feit is dat hij stijf geworden was. De slechts door zijn handdoek bedekte ruwe stenen waar hij op lag, begonnen pijnlijk te worden. Hij stond op om een ander plekje te zoeken waar hij kon gaan liggen. Een ogenblik lang aarzelde hij tussen twee plaatsen die beide even gemakkelijk leken, de ene verder van het strandje waar de gebruinde vrouw lag (bovendien achter een rotsrand die haar aan het gezicht onttrok), de andere dichterbij. De gedachte in haar buurt te komen, en dan zelfs door een onvoorziene omstandigheid tot een gesprek gedwongen te worden, en derhalve te moeten ophouden met lezen, deed hem direkt voor de verst verwijderde plek kiezen, maar toen hij erover nadacht, leek het net alsof hij, terwijl de vrouw nauwelijks was aangekomen, wilde vluchten, en zoiets kon een lompe indruk maken. Dus koos hij de andere, temeer daar hij zo in zijn lektuur opging dat hij toch niet door het uitzicht op de vrouw - niet eens erg mooi trouwens - zou kunnen worden afgeleid. Hij ging op zijn zij liggen, en hield het boek dusdanig dat hij haar niet zag, maar het was vermoeiend zijn armen omhoog te houden, en tenslotte liet hij ze zakken. Nu zag hij met dezelfde blik waarmee hij langs de regels ging, iedere keer als hij weer op een nieuwe bladzijde moest beginnen, over de rand de benen van de solitaire badgaste. Ook zij was een beetje gaan verliggen, op zoek naar een gemakkelijker houding, en omdat ze haar knieën had opgetrokken en haar benen gekruist, precies in Amadeo's richting, was deze beter in staat sommige van haar proporties, in het geheel niet onaangenaam, in ogenschouw te nemen. Kortom, Amadeo had (hoewel een scherpe richel langs zijn heup zaagde) geen geschiktere plek kunnen vinden: het genoegen dat het uitzicht op de gebruinde vrouw hem verschafte - een marginaal genoegen, een van de vele, daarom echter nog niet te versmaden, omdat
je er geen moeite voor hoefde te doen - schaadde zijn leesplezier niet, maar vormde een aangename bijkomstigheid, zodat hij er niet aan twijfelde door te kunnen lezen zonder zich af te laten leiden.
Alles was rustig, alleen de leeskadans ging voort, terwijl het onbeweeglijke landschap als achtergrond diende, en de gebruinde vrouw een niet meer weg te denken deel van dat landschap was geworden. Amadeo vertrouwde natuurlijker-