Schetsontwerp ‘creatieve team’ reclamebureau McCann/Erickson: ‘...Bij het opzetten van deze advertentie is al sterk aan u gedacht, als uitvoerend kunstenaar...’ (Uit een brief van McCann aan Henneman).
van omstandigheden had Henneman waarschijnlijk nooit aan een kort geding gedacht. Het waren de uitspraken van reclameman Pim Milo en van Thijssen die hem kwaad genoeg maakten om juridische stappen te ondernemen. ‘Toen ik merkte hoe gniffelend ze me buiten spel hadden gezet en hoe ze voor een veel goedkoper bedrag een Henneman in de krant hadden, en toen ik ook nog hoorde dat de imitatie door Thijssen was gedaan en dat hij beweerde dat het een origineel kunstwerk van hem was, brak mijn klomp.’ Het tarief voor drie Henneman-ontwerpen is f 30.000 en nu was Mc Cann naar schatting f 10.000 kwijt.
Hoe is men tot de gewraakte advertentiereeks gekomen?
Deze zomer kreeg het reclamebureau Mc Cann & Erickson van Océ Nederland de opdracht een campagne voor fotocopieerapparaten te ontwerpen. Copy-writer Peter van Tongeren en art-director Jerry Sjardin hebben een aantal plannen ontworpen die zijn voorgelegd aan Océ Nederland, Océ-International en reclamedivisies van Océ in de verschillende landen. Daarna bleven er drie mogelijke campagnes over die bij de doelgroep zijn uitgetest. Eén van de drie maakte gebruik van een strip, een andere van een tekening in de trant van Henneman, gemaakt door Sjardin, de art-director. De Henneman-variant won. Océ kende het werk van Henneman, ze hadden het aan de muur hangen. Het creatieve team is daarop gaan brainstormen. Lettertypes werden afgewogen, teksten tegen elkaar geplaatst en mogelijke frequenties bekeken. Toen Henneman op de valreep niet bereid bleek mee te werken kwam art-buyer Pim Milo op het idee André Thijssen, aan wie hij al eerder gedacht had, om medewerking te vragen. Zijn naam was binnen het bedrijf bekend.
Aanvankelijk wilde Océ geen Thijssen hebben. Ze hadden steeds aan Henneman gedacht. Pim Milo wist hun echter Thijssen te
verkopen. Thijssen zag het ontwerp van Sjardin en zei meteen: dat doet me wel sterk aan Henneman denken. En omdat hij de laatste tijden toch al met een scheef oog door Henneman was aangekeken eiste hij dat hij de tekening persoonlijk mocht uitwerken. De lichtgevende velletjes wilde hij
Advertentie Thijssen: ‘...Thijssen heeft de bewuste tekening geheel naar eigen artistiek inzicht, in zijn eigen stijl en vorm uitgevoerd...’ (Mr. E A. Mout-Bouwman in haar pleidooi).
niet overnemen. ‘Ik kon me voorstellen dat de mensen zouden zeggen, daar is Henneman altijd mee bezig, en Thijssen niet. Ik kon me voorstellen dat Henneman kwaad zou worden als hij zou weten dat ik me niet eerder met lichtgevende velletjes heb beziggehouden.’
Waarom werd de advertentie niet gesigneerd? ‘Ik wilde niet bij voorbaat geassocieerd worden met commercieel werk omdat daar in de vrije kunstsfeer een negatieve kijk op is. Ik heb dat ook nooit gedaan, bij commercieel werk. De tweede tekening is wel gesigneerd, maar alleen omdat er nu zo'n heisa over gekomen is. Ik ben sinds enkele jaren opgehouden met commercieel werk. Het tekenen van zwevende blaadjes is gelukkig niet mijn enige bezigheid. Men heeft mij benaderd voor wat men het beste van mij kende.’
Tijdens het kort geding werd door de verdediging verschillende keren verwezen naar de zogeheten Revisor-groep: mensen met gelijksoortige ideeën die allen regelmatig in De Revisor publiceren. Joost Roelofs hoort erbij, Sjoerd Bakker, David Weiss, Marcus Raetz, Topor en Jeroen Henneman. Door Mc Cann werd aangevoerd dat men er vooral op uit was de advertentie te laten illustreren door iemand uit de Revisor-groep. Inderdaad was er eerst aan Henneman gedacht, maar toen die niet wilde was men naar een ander uit dezelfde sfeer gegaan. Thijssen behoorde immers ook tot die groep. Die werkte ook met dubbele bodems, met vellen papier, Thijssen had ook in De Revisor gepubliceerd.
Hoort Thijssen bij De Revisor? Henneman vindt van niet. ‘Het gekke is dat de mensen die Mc Cann citeerde, omdat ze met hetzelfde bezig waren, allemaal leeftijdsgenoten zijn. We kennen elkaar al lange tijd. Bij ons speelt de fantasie een speciale rol. Er is een overeenkomst tussen ons werk die moeilijk te verwoorden is. Wij zijn vaak met hetzelfde bezig, maar dan niet zoals Thijssen. Hij is een typisch voorbeeld van een bronnenvergeter. Wat ons juist bindt is dat we onafhankelijk zijn. We hebben elkaar door ons werk leren kennen en zijn zo bij De Revisor terecht gekomen.’
Op de tentoonstelling met kunst uit De Revisor die vanaf