II
Zoals de plooien van je broek
je voet strelen en mogen raken aan je enkels!
Hoger, verborgen in de stroom van je gewaad,
weet ik de kalme warmte van je naakt -
‘het aangeraakte hart slaat als een gek’,
terwijl je, al doende, om mij heen draait.
Verlangen vindt zijn evenknie in angst,
verlangen dat ons in zijn omweg ledig houdt.
's Nachts vriest het al, denk ik, de bomen, slag-
aderen van de lucht, komen nu bloot
en in de ronding van de weg liggen hun eerste blaren opgehoopt.
Het meest nabije is onbereikbaar, zoals,
wanneer het nacht is, water, dat glinstert in de diepte van een kloof.
Citaat: ‘The touched heart madly stirs’, Letters to Anaktoria I, Sappho-‘vertaling’ van Robert Lowell, Imitations, Noonday Press, New York, 1968, 7de druk.