De Revisor. Jaargang 6(1979)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Leo Vroman Eindeloze boodschap Ik sterf soms met groot geruis alsof dat was bedoeld, een berg in een begraven muis die brullend openwoelt ik denk soms dat ik naast mijn maag of in mijn okselharen een ongehoorde boodschap draag die alles kan verklaren ik voel mij als verleden tijd een vat vol ogenblikken een klok die met zijn raderen kwijt nog jaren door blijft tikken om met een knal van innigheid een tor te laten schrikken ben ook zoals een veldboeket verleden maand vergaderd maar in een lekkend glas gezet ik laat een kring op het karpet terwijl ik word ontbladerd Alsof ik slapend op de vacht van waakhonden gelegen nog op dat stout stel doden wacht dat hard miauwde in de nacht en wegliep als de regen; dan voel ik vlug en veel te zacht mijn vingers nog wat vegen naar iets dat men had meegebracht. Of niet. Of nooit gekregen. Als schijfjes zonlicht in het bos die eensklaps door de wind gedreven woorden schrijven op het mos nodig om mee te leven nu liggen ze nog even licht maar weer leeg en los Ben als een zieke zonder strot die praat door hard te boeren en lucht slikt voor hij over God een goed gesprek kan voeren als een vuurpijl in de nacht die ongezien naar boven sist en eenzaam ver en onverwacht licht en vorm geeft aan de mist Als een verlichte onvoorziene heraut die op een sneeuwlawine het bange dorp binnenrijdt trompettert en dan zacht gaat grienen: ik ben mijn boodschap kwijt. Vorige Volgende