Als een verschil. En als ik eerlijk ben moet ik zeggen: als het kwadraat van een verschil. Het schrijfwerk dat ik heb ondernomen om tot de vrede te komen is van te persoonlijke aard om hier te publiceren, maar van de gevoelens zelf wil ik hier wel mededeling doen.
Al die auto's in de diepte. Ik zie ze door het ene raam en door het andere raam zie ik ze terug, terwijl ze al bezig zijn de bocht in te gaan.
Tussen deze verschijnselen, zo redeneer ik voor de duizendste keer, bestaat een oorzakelijk verband dat je deductief noemt: A → B. Als je in A een auto voorbij ziet gaan, dan zie je hem even later in B weer, een verband in de tijd, dat ook de andere kant op gaat: als je in B een auto ziet, dan heb je hem ook in A gezien: B → A. Er geldt dus A = B, wat, als je beide ramen samenvoegt tot één, vanzelf spreekt: het is dezelfde auto geworden, inclusief de weg die hij gaat + de bocht, alles hoort erbij, het is één en hetzelfde verschijnsel.
Zo meende ik vroeger dat de aarde die, hoe zwaar hij ook is, met een vaart van 30 km per seconde door de ruimte zeilt, door de zon werd aangetrokken met een kracht die net zo groot was als de kracht die hij zelf heeft door eenparig langs een rechte lijn voort te gaan en dat hij daarom in zijn baan blijft. Wat een geluk dat die krachten beide precies even groot zijn, heb ik altijd gedacht, het kleinste verschil zou onze aarde al uit zijn evenwicht hebben gebracht, maar nu weet ik, voorgelicht door de wetenschap, dat er op de aarde, in zijn baan, helemaal geen krachten worden uitgeoefend. Hij volhardt eenvoudig in de beweging die hij met eenparige snelheid langs zijn eigen baan volvoert: een rechte lijn, zoals Newtons wet ons leert, alleen is die lijn door de zon gekromd en zo is ook de rechte lijn die ieder van ons volgt door het leven gekromd.
De zwier waarmee ik de trappen neem van het bankgebouw, door de draaideur naar binnen en weer naar buiten ga, deze weg is in zijn geheel de kortste weg die men gaan kan, een kortere weg is er niet in het leven.
Zeggen dat je, dan en dan, in het buitenland bent.
Ik bel, word gebeld en zeg, in antwoord op de vraag aan mij gesteld, ja. Of nee. Een van beide en ik leg de hoorn terug op zijn plaats.
Snijden, dát is het wat je doet als je werkt, en je doet het van binnenuit. Gedrevenheid wil ik het niet noemen, maar het komt wel uit jezelf en of je het uit liefde doet, of uit haat, dat maakt in het geheel niets uit. Je laat je in je werk leiden door overwegingen van louter formele aard.
Een appel tussen duim en wijsvinger door midden snijden, zien hoe de helft valt en de andere helft die je in je hand houdt niet. Dat snijdt lekker, let maar 's op hoe tevreden mensen zijn die dat doen en, na nog een snede, het eerste partje naar de mond brengen, terwijl ze diep nadenken over heel andere zaken.
Dit is een voorbeeld, maar het gaat om het principe.
Dit principe: dat je door te werken 1) voornamelijk 2) diep in gedachten, je eigen weg volgt.
Mijn dagelijkse leven als spion. Dat komt er ook nog bij.
Mijn spionschap.
Ik belde Yvonne, vanuit een cel en stak daarbij, terwijl ik wachtte op haar stem, een sigaret op, hoewel ik niet rook. Synoniem met mijn onechtheid, want ik sta wel in de telefooncel en ik draai haar nummer, maar ik laat haar gewoon niet opnemen, begrijp je; ik schilder mij liever af als zijnde eenzaam.
Schöne die - vanachter haar stuur, portier open waarop blanke arm - naar mij zit te kijken. Spanning of ik...
‘Je hebt geen gewicht.’
Een vliegende keeper. Je hebt wel spelletjes, dansvormen waarbij je, de armen geheven, dan linksom en dan rechtsom slingert en telkens is het een ander met wie je je verbindt. Zo slingert zich, met grote snelheid, het vrije electron voort door het metaal - is dat aldoor hetzelfde electron?
Waarom weet ik zo goed wie ik ben?
's Middags zat ik bij Kees op het balkonnetje met een boek in de schaduw van de parasol en ik viel in slaap.
Een paar uur tevoren hadden we bier gehaald bij Albert Heyn, een krat dat we tussen ons in droegen over de hete speelplaats waar niemand speelde. Korte, zwarte schaduwen naast de auto. Niemand woont tegenwoordig nog op de begane grond; Kees woont aan het kruispunt van twee tunnels in de lucht, daarheen zijn we op weg, op deze tropische dag. De mussen houden zich stil in de kruinen, we lopen er onderdoor en met het loshangende hemd is het alsof je langs het strand loopt. Zand in het haar.
Automatisering. Goed, daar heb je dan een idee over. En dan ga je ermee naar de computerafdeling. De specialisten.