een werkelijkheid: vanavond, anders morgen -,
die er misschien al was, maar nog verborgen;
en door het hoge, weidse venster zag
zij 't park, en hoe behaaglijk het daar lag.
Ze stokte; keek naar buiten, vouwde half
haar handen; ach, nu een lang boek te lezen -;
toen schoof ze de jasmijngeur van zich af,
vol ergernis. Ze kon er niet meer tegen.
Zelf vind ik dat deze vertaling geslaagd is, m.a.w. voldoet aan de kriteria die ik stel. (Daarover meer in mijn bijdrage ‘Over het vertalen van een gedicht’ in dit nummer.) De conclusie dringt zich op dat een van ons tweeën gek is.
Ik heb zes concrete punten van kritiek aangetroffen in Beurskens' stukje (plus nog wat losse flodders: het gedicht zou bv. een ‘Dinggedicht’ zijn. Laat hij nog eens naslaan wat er onder die term wordt verstaan. Übung am Klavier is geen Dinggedicht.)
Zes punten dus:
1 Beurskens stelt dat ‘De zomer zoemt. De middag maakt je lomer’ impliceert dat ‘je’ ook 's ochtens al loom was, terwijl in het Duits juist ‘het tegenovergestelde van de morgen (wordt) gekonstateerd’. (Het Nederlands is wat eigenaardig, maar dat terzijde.) Beurskens' bewering berust op driestuiverslogica. Heeft hij in een hete zomer wel eens gezegd dat de avonden koeler waren? Bedoelde hij dan echt dat het overdag al zo koel was, maar 's avonds nóg koeler? Alleen een doorgeslagen scherpslijper kan uit ‘maakt je lomer’ afleiden dat de ‘je’ ook 's morgens al zo loom was. De comparatief is hier absoluut gebruikt. Dit is in het Duits wel gangbaarder dan in het Nederlands (‘zwei südlichere Tage’ etc), maar de vorm wordt ook in het Nederlands gebruikt (vgl. ‘een oudere dame uit de hogere kringen’, etc.) en is zeker aanvaardbaar in poëzie, te meer wanneer, zoals in dit geval, door het gebruik van ‘lomer’ een heel effectvolle en suggestieve eerste regel ontstaat.
2 De regel ‘verward rook zij de frisheid van haar kleren,’ zegt Beurskens, geeft blijk van ‘een totaal ander denk- en kijkwereldje’ dan dat van Rilke. In feite gaat het hier om een parafrase, ingegeven door de eisen van het Nederlands taaleigen, die beter klinkt dan een meer letterlijke weergave van de Duitse regel. Beurskens' visie dat ‘de jurk’ ‘een en al geur’ is, lijkt mij pure malligheid. Zijn commentaar ‘Verstegen hijst de dame in de kleren en plakt daar nog een geurtje aan dat er door haar weer vanaf geroken kan worden’ is niet alleen barbaars Nederlands, maar ook kletskoek.
3 Het woord ‘triftig’ zou spoorloos verdwenen zijn in de vertaling. Nu kent het Duits twee woorden ‘triftig’; het ene is afgeleid van ‘treffen’ en betekent: treffend, overtuigend, doorslaggevend, etc. Het andere ‘triftig’ is archaïsch of regionaal, afgeleid van ‘treiben’ en verwant aan het Nederlandse ‘driftig’. Ik verwacht niet dat Beurskens dit wist en verwijs hem naar het Deutsches Wörterbuch, Deel 11, p. 510, waar hij de omschrijving ‘eifrig treibend und drängend, kühn, leidenschaftlich’ kan vinden. Het is duidelijk dat Rilke dit tweede ‘triftig’ heeft gebruikt. Het zal wel in strijd zijn met Beurskens' logica dat een muziekstuk wordt getypeerd als ‘triftig’, dus als: ijverig, druk, geagiteerd, maar ik wijs hem dan op het bestaan van de stijlfiguur ‘hypallage’ (Van Dale: ‘stijlfiguur bestaande in de verbinding van een woord met een ander zinsdeel dan dat waarop het naar de zin betrekking heeft (...).’) Heb ik het woord nu weggelaten? Strikt genomen wel, maar ik heb de betekenis van ‘triftig’ geparafraseerd met ‘die zij repeteerde’, waardoor, in samenhang met de titel en de hele eerste strofe, de suggestie wordt gewekt van ijverig studeren, meer uit plichtsgevoel dan uit echte bezieling.
4 Rilke, zegt Beurskens, laat ‘de vrouw het ongeduld de etude binnenspelen (...) het ongeduld is niet afkomstig van de etude maar van de vrouw!’ Daar kan ik het wel mee eens zijn, maar laat Beurskens nu eens rustig herlezen wat er in de vertaling staat: ‘en de etude die zij repeteerde/ klonk vol van ongeduld...’ Wat kan dat anders betekenen dan dat de pianiste het ongeduld er, door haar spel, in legt? Hoe komt Beurskens erbij dat het Nederlands ‘de indruk (wekt) dat de etude een pianostuk is waar het ongeduld al bij voorbaat in huist, in de muzieknotatie al.’ Larie.
5 Ik heb de volgorde van ‘werkelijkheid’ en ‘wat mocht komen’ inderdaad omgedraaid, en hetzelfde geldt voor ‘vanavond, anders morgen’ (ten opzichte van ‘morgen, heute abend’). Ik heb dat gedaan om technische redenen. De vraag is of het in deze gevallen verlies oplevert. Volgens Beurskens is het verplaatsen van ‘werkelijkheid’ naar de volgende strofe ongeoorloofd, omdat er een duidelijk verschil in inhoud is tussen de eerste en tweede strofe (dit wordt met veel bombarie toegelicht). Maar als het om de inhoud per strofe gaat, hoort ‘werkelijkheid’ juist duidelijk bij de tweede strofe - net als ‘wat mocht komen’ trouwens, dat in de vertaling is verhuisd naar het eind van strofe 1. Maar waar het om gaat is dat ‘wat mocht komen’ en ‘een werkelijkheid’ naar hetzelfde verwijzen, zodat het niets uitmaakt welk van de twee elementen strofe 1 besluit en welk van de twee strofe 2 opent. Het zou evenmin verschil maken of ik nu zei ‘Beurskens kan niet lezen en niet schrijven’ of ‘Beurskens kan niet schrijven en niet lezen’.
Ongeveer hetzelfde geldt voor ‘morgen, heute abend’ - vertaald als ‘vanavond, anders morgen’. Dit is, met een verschuiving van het accent, precies hetzelfde; ‘vanavond, anders morgen’ betekent: ‘liefst vanavond nog, maar anders in elk geval morgen’ en ‘morgen, heute abend’ wil zeggen; ‘morgen, nee, liefst vanavond nog’. Er is geen wezenlijk verschil.
6 Nu de door Beurskens gesignaleerde ‘grootste blunder’: ik heb ‘wünschte sich ein langes Buch’ weergegeven als ‘ach, nu een lang boek te lezen’. Doordat mijn vertaling hier een meer indirecte formulering vereiste, was ‘ach’ nodig, om het element ‘wensen’ te laten meeklinken. Beurskens concludeert: ‘Verstegen vertaalt emotie met sentiment’, en dat dus op grond van het ingevoegde ‘ach’. Ach, ik vind u niet zo'n licht, meneer Beurskens. En u mag zelf uitmaken hoeveel sentiment er spreekt uit dat ‘ach’.
Peter Verstegen