De Revisor. Jaargang 6(1979)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] Anton Korteweg Terug naar af Vijf moedergedichten Chere madame Reeds brandt Uw open haard, des avonds, en reeds klopt Uw hart verlangend naar de dag waarop U liefde gaat bewijzen wie U lief en dierbaar zijn, met allerhande pakjes voorzien van fraaie strikjes van Uw hand. Ach, gaaf gekrulde dame op Uw bank! Terug naar af Nu de kalenders weer te koop zijn en de troosteloze triestheid van het park - het blad gevallen, regenjas te lang, bomen te ijzer - waarnaar is het dan dat ik verlang als het niet is naar wat al lang geweest, voorbij, vergaan en weg is? Erbarm U dan toch over mij, ontferm U met Uw gadeloze ontferming, voer mij naar de luwte van Uw moederhuis. Beertje Je vacht van verlangen naar diep en ver weg en je geur van terug, die pluizigheid van je, die warmte van Algoede Kroelende Moeder. Reusachtige speelgoedbeer eigenlijk ben je die koestert en havenend knuffelt haar jong als een zoontje zijn beertje - lief pluche beertje. Sint-Bernard Die goeiige wolligheid van je en je warme vacht van vergeten. Die zachte massiviteit en je beschermende poten. Je tonnetje cognac! Het is goed: ik ingesneeuwd, jij een sint-bernard. ‘En in uw schoot ligge’ (1 Koningen 1 vs. 2) Beer of konijntje - wat ben je vanavond? Konijntje met boompje rond neusje dat optrekt naar ogen van aarzeling dat het niet smaken zal wat je niet eten mag of beer vol aanraakbaarheid wil jij mijn vriendje zijn wil jij - dat ik dan zoals die kabouter dat ik dan je vriendje dat ik dan van jou in je holletje mag. Mijn koude lijf van oude koning David met dekens toegedekt werd het niet warm - dat jij zijn dood wat uitstelt in mijn schoot. Vorige Volgende