De Revisor. Jaargang 6(1979)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] C.O. Jellema Voorjaar In hoge populieren werd het vroeger voorjaar daar dan in het riet, van winter nog ritselend in april. Wat was ik er nog jong, met alle reden tot tevredenheid, geluk zelfs om maar iets te noemen. En achteraf waren de dotterbloemen er botergeel en doodgaan smelten in de zon. Het werd zo dunkt me nergens voorjaar later als nu in mijn verbeelding in die tuin van toen. Ik ruik het water, het gras, voel groen. Beeld Zo lag zijn hand verlegen op het tafelkleed, geometrie van rood en blauw bezwerend. Zo was de asbak door mijn hand verschoven totdat hij stond waar lijnen samenkomen. Zo zag ik zonder kijken hoe zijn ogen sluw en bang in mijn gezicht de diepere bedoeling lazen. Ik durfde toen de asbak niet meer aan te raken en las de lijnen verder, rood of blauw. Zo moet hij blijven zitten in de koffiekamer van het station, zijn hand op tafel, totdat dat beeld van hem: het kroeshaar langs zijn wangen, zijn trui van geitewol, zijn dunne lenden, berekening en angst, zoals hij dacht ik was, dat hele beeld van hem verteerd is in herdenken. Vorige Volgende