De Revisor. Jaargang 6(1979)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Willem van Toorn Rilke Gehoord dat juffrouw B nog leeft - een klein rood appelgezicht waar dun grijs haar om ligt en een stem die Duits geeft. Ze zit op de eerste bank en leest ons voor: Wer jetzt kein Haus hat, een tekst die iets in de tijd beweegt waaruit een foto ontstaat. Daar zie je haar op, achteraan, behoedster van een werkweek, voor een huis op de Veluwe. Om haar heen, in een kluwen van gezichten en handen en haren, zie je hoe jong wij waren. Ergens in de tweede rij ontdek je een vorm van mij, zo blij nog en arrogant dat je graag je hand door die dikke laag van tijd zou steken om mij aan te raken. Het heeft er ook mee te maken dat W daar zit, naast mij. Haar mocht ik soms zoenen en mijn nieuw gezicht in haar haren doen en geheime namen van dingen in haar oor noemen. Juffrouw B lijkt daar al zo oud dat ze het haast wel koud moet hebben tussen die warme lijven van ons, de arme. Maar dat ze nu nog leeft buiten dit vaag portret betekent dat ik nog net zo veel taal om haar beeld heen kan laten staan dat ze zo oud, zo oud, in dit van woorden gebouwd huis kan voortbestaan. Vorige Volgende