De Revisor. Jaargang 5(1978)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Willem Jan Otten Boodschap Het kleine in je keert zich om en doet je denken aan wat later als ooit zal zijn, niet anders kon. Tom van Deel Zo ver heeft iets van mij, als als, het nooit gebracht. Tot op heden was wat me verliet abstrakt, zonder geslacht, onthande substantie, vlek zonder diepte in bed, vertoon, nooit effekt. Vol nu de dagen, steeds maar geteld, we sparen onze woorden, sluipen schoorvoetend als poezen om het vermoeden, benoemen alléen al doet vrezen dat wat zo terloops, vanzelfsprekend zich vast heeft gehecht verdampen zal... want méer dan oog, als als, van een naald is het niet, dit eventuele wolkje cellen dat 's nachts als we woelen tijd wil delen, in maanden, rest van ons leven, - feit al boodschap nog niemand verteld. Najaar Een karavaan voddenmannen trekt al dagen klagend langs het raam. Jaargetij van stafrijm. De krant die uit de schemering de gang in glijdt is klam. Commentaren vragen aandacht voor de dodo, en je weet: het is oktober. Er valt een spin het afwaswater in. Najaar, vuurtje in de nevel, slaapje van de luiheid, de wereld wordt weer éen, zelfs de spreeuwen boven het station zijn onverdeeld, waaiers, grandioos vertoon van tucht, vereende turnsters die zich voegen naar de beeltenis van hun bejaarde leider: Weemoed, vijand van de poëzie, de ogen van de dichters zien alleen nog maar hun lange wimpers, druppels, tranen mist, melancholie. Vorige Volgende