De Revisor. Jaargang 5(1978)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Willem Jan Otten Water, altijd nieuw Van water is niet zeker of het wel bestaat, want water heeft geen lichaam, wordt dus ook niet oud. Het doet zich voor, aan elke blik opnieuw, van iedereen, altijd, als nieuw, herneemt zich in een hand, sluit zich om een greep, ontloopt,- ga het na, hoe het, onverslijtbaar, uitdrukt wat er altijd is maar nooit een omtrek heeft: het denken dat voorafgaat aan het denkbeeld, het omvat, het overleeft, onbeschreven denken, pasgeboren, jonger dan de strenge zinnen die je vindt. Beeld, op weg Het nieuwe dat zich voegen wil bij ons geheugen moet op reis, kogeltje rollend door een speelgoedlabyrint, want tussen ons en onze ogen ligt een onbeslist gebied vol moeilijk te passeren beelden. Wat, tenslotte, nieuw een onderkomen vindt is rond, en kaal, geslepen, kiezelsteen. Pas dán is iets herinnering, een onuitroeibaar beeld, als het verstoken lijkt van zin: druivenrank, in een blinkend web van wissels, uit een trein gezien, vlak bij Milaan. Vorige Volgende