bezoek aan Oxford net twee jaar geleden) had ze hem Tirlantino in bewaring gegeven - natuurlijk niet voordat eerst grondig het ‘Boek’ geraadpleegd was. Een hoop georakel, gewichtigdoenerij, flauwekul - maar een duidelijke afspraak kon er niet af. En dat bij een toch al zo vreemde gang van zaken, want de engel had vroeger juist aan hem toebehoord: pas bij de boedelscheiding was hij in handen van de vrouw overgegaan. En niet zomaar - er was nog heel wat touwtrekkerij aan te pas gekomen, als ik Emily mocht geloven, juridiese èn persoonlijke. Al dat gelamenteer, zoveel verspilde energie, nodeloos kwaad bloed - en nog voor het jaar ten einde liep, schonk de vrouw haar engel weg alsof het er een van suikergoed was. En nog wel aan een van zijn huisgenoten, die zij bovendien nauwelijks gekend had. Zij was tegen haar wil gescheiden. Schuldloos. Dit geschenk - was het niet een uiterst subtiele steek onder water, een uitstekend bedachte kleine wraakoefening?... En hij - toen hij zijn vroegere eigendom zo onverwacht in bruikleen kreeg... was dat niet voor hem weer een kleine triomf?... Maar nu was ze terug, Emily - om haar engel weer op te eisen? Was Tirlantino daarom zo uit zijn humeur?
Tirlantino's ex-vrouw was volgens Emily ongelooflijk mooi: ‘about the best-looking woman I ever met’ - een uitspraak die in ieder geval niet werd weerlegd door de foto die ze me liet zien: tot op de dag van vandaag hangt hij in mijn herinnering onuitwisbaar naar dure bloemen en wierook te geuren. Emily was altijd goed op de hoogte. Zo wist ze me haarfijn te vertellen hoe Tirlantino zijn toekomstige echtgenote op cynies-ouderwetse wijze het hof had gemaakt. Hoe hij haar met veel strijkages een dure hotelsuite had binnengeloodst, en... iets met bloemen, peperdure bloemen - het fijne ervan ben ik vergeten. Maar hoe ik hem ook gekend heb, Tirlantino - na alles kan ik me hem moeiteloos voorstellen met een arm vol bloemen, peperdure bloemen: hij stapt er de kamer mee binnen als om hem te verkennen. De bruid moet buiten wachten, maar mag wel kijken. Eén voor één begint hij ze naar alle kanten uit te strooien, achteloos - hij werpt ze, de steel vooruit, als pijltjes. Op het kleed, op de sprei, de hoofdkussens, op de kast, in de kast, in de wasbak, het bad... niets blijft gespaard - de laatste krijgt zij, en mag binnenkomen... Als ik Emily mocht geloven (en daarmee Tirlantino), brachten zijn attenties haar in een soort extatiese verdoving, waaruit ze pas op het allerlaatste moment ontwaakte - om verschrikt te protesteren ‘dat haar geloof dit niet toestond’.
‘Religion - what religion?’
‘For God's sake - I'm a member, stupy, of the Roman! (...) Catholic!! (...) Church!!!’
Tirlantino, nooit hulpeloos verslingerd waar het om vrouwen ging, veinsde onmiddellijk respekt. Hij stelde zelfs voor, de volgende ochtend samen een Heilige Mis bij te wonen in de katholieke kerk. Ze namen waardig afscheid - en nog diezelfde avond maakte Tirlantino een afspraak met de priester dat hij een privé-mis wenste. De priester was aangenaam verrast na al die jaren.
‘Een privé-mis, zei u? Voor u en uw verloofde? Vanzelfsprekend.’
Vanzelfsprekend inderdaad: wat zij niet wist, de priester wel, was dat de Tirlantino's een oudadellijk portugees geslacht zijn, en uit dien hoofde een zekere aanspraak op de kerk kunnen maken. ‘Bruno's some kind of a marquis’, volgens Emily.
De volgende ochtend waren zij de enige aanwezigen in de kerk. Lang voor de mis begon, zaten zij op initiatief van Bruno reeds stijf geknield in de voorste bank van het middenschip - het meisje had al een paar keer over haar schouder gekeken. Toen de bel klonk en de priester opkwam, verhief Tirlantino zich met een ruk (zij schrok ervan), en beende resoluut op hem toe. Hij nam de drie treden naar het altaar met kleine sprongetjes, en zeeg terstond op de rode loper neer. Het stomverbaasde meisje zag nu hoe de twee mannen beurtelings voor elkaar neerknielden, en elkaar de zegen gaven: eerst de priester hem, dan hij de