hij zet zijn hoge grijze hoed op en begint zwarte handschoenen aan te trekken Ook aan jouw vragen komt geen eind, geloof ik.
Skof legt één revolver neer op de grond en loopt met passen, alsof hij de afstand meet, naar het priapusbeeld. Daar legt hij de andere revolver neer op de grond.
Ook hij zet zijn hoed op en trekt zwarte handschoenen aan.
Bennie, dit is dwaasheid.
Maar dat is juist waanzin.
gaat bij Darkie staan Zie jij een andere oplossing?
Darkie zoekt ijverig naar een antwoord, maar vindt er geen. Hij zet somber zijn onderlip vooruit. Het priapusbeeld begint knarsend rond te draaien.
Als ik het zeg, Bennie?
Skof en Bennie staan met de rug naar elkaar toe, de revolvers liggen aan hun voeten.
Nu, Bennie.
Ze pakken hun revolver op van de grond. Ze ontgrendelen hun wapen, keren zich om, en richten op elkaar. Het klikken van de grendels doet Matijje opschrikken.
Bennie.
Bennie kijkt naar haar. Hij glimlacht. Hij laat zijn revolver zakken. Skof schiet. Dodelijk gewond valt Bennie bij Matijje neer, zijn hoofd klapt in haar schoot. Hij sterft. Darkie luidt de klok. Het priapusbeeld komt tot staan. Uit de deuren komen vier lijkknechten. De geborduurde jassen die zij als koetsdragers droegen, hebben zij verwisseld voor zwarte hemden die met witte tressen zijn behangen. Zij dragen Bennie weg.
Matijje komt uit de koets. Ze loopt naar Darkie.
Darkie, de klokken luiden! Wat is er aan de hand?
Darkie staakt het luiden van de klok.
Nee nee nee nee.
Matijje pakt Darkie bij een arm en brengt hem naar voren.
Darkie lijkt geheel blind, hij laat zich stap voor stap leiden.
Ik zie Bennie niet. Weet jij waar hij is?
Nee nee nee nee.
De ezelskop van de god Priapus balkt een dodenzang. De middendeuren gaan open. Skof legt zijn revolver neer, zet zijn hoed af. De lijkknechten dragen Bennie, gekleed in een witte jurk, naar voren en leggen hem neer voor Matijje en Darkie. Zij lopen terug, maar op de trap draaien zij zich om en blijven staan. Matijje staart naar Bennie. De dodenzang komt tot zwijgen.
Nee nee nee nee.
Skof komt met lichte sprongen naar voren en pakt de haan van de draagkoets. Matijje ziet hem. Uit haar keel komen geluiden van vallende kralen van glas, die overgaan in een krijsende lach.
Skof staat bij de lessenaar en trekt zijn kleren uit. Matijje loopt door de speelruimte en omklemt een lijkknecht. Darkie heeft zich afgewend, maar de lach van Matijje geselt zijn gestalte. De lijkknecht staat doodstil, als een pop. Mattijje schudt aan hem. De lijkknecht valt half achterover op de trap in een groteske houding. Met één bizarre beweging van haar hand goochelt Matijje een nog groteskere phallus tevoorschijn, die zich verheft in zijn wijde blauwe zijden broek. Zo vergaat het ook de andere lijkknechten.
Skof is naakt. Uit het duister van de ruimte boven de lessenaar daalt de god Zeus neer in een purperen mantel, een staf in de linkerhand. Hij zet Skof een trojaanse herdersmuts op het hoofd, en neemt hem in een stevige greep met zijn rechterarm onder de oksels. Skof houdt glimlachend zijn haan tegen zich aan geklemd. Terwijl zij in de hoogte verdwijnen, roept
Bennie!
en de ezelskop van de god Priapus begint te spreken.
stem uit de ezelskop van de god priapus
Ist hingerichtet geworden, die Götter haben dafür gesorgt, die sind nicht kritisierbar. Das leben, nicht der Tod, wird obszön, die Katastrophe ist nicht kritisierbar. Menschenopfer, allerwege! Barbarische Belustigungen! Wir wissen, dass die Barbaren eine Kunst haben. Machen wir eine andere!
Tijdens de toespraak van de god Priapus gaan de vier lijkknechten weer recht staan en krijgen zij hun normale voorkomen terug. Matijje is weer zichzelf geworden.
balt een vuist naar de plek in de lucht waar Skof verdween Heb je nog wat te zeggen?
zij rilt Ik heb het koud gekregen.
Uit het hoopje kleren van Skof pakt zij de jas en hangt die om haar schouders. Zij gebaart tegen de lijkknechten dat zij vertrekken wil. Zij trekt Darkie mee, die nog woedend naar boven staat te kijken.
Ga mee Darkie.
Darkie en Matijje nemen plaats in de koets. Lijkknechten leggen Bennie bij hen. Eén van hen hangt nog snel het hemd van Skof over het lijfvan het priapusbeeld. De stoet verlaat de speelruimte.
Citaten uit een anonym latijns gedicht Pervigilium Veneris en uit Kleines Organon für das Theater van Bertolt Brecht. Het vertrek van Skof is een beeldcitaat van Zeus en Ganymedes, terra cotta, ± 475 v. Chr., Olympia, Museum.