De Revisor. Jaargang 3(1976)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Paul J. van Weel Al het daarginds is nu hiernu De almaar, almaar wensende frisheid, altijd, altijd en overal aanwezig. Nooit, nee nooit de meer eventjes weg of langer elders verblijvende, omgevende, frisse lucht. O, en alsof het woei of waaide door de gaten en spleten. De kierende, eeuwig maar tierende tocht met z'n deur- en raamverleden. Geen, nee geen enkel spoortje meer van de klamme, kleverige stilte. Aan een graf Hier lig je dan, lig je gebogen of recht? Ze zeggen dat je er nu beschermd bijligt. Ik geloof het niet, de koude komt toch van onderen? O, en al die dieren. Het moet aan je ziel knagen. Bij vader had je al zo weinig ruimte, het bejaardentehuis vond je beklemmend, maar hier, hier heb je nooit wat over gezegd. Heb je er eigenlijk weleens aan gedacht. Ik heb wat mee genomen, niet voor jou maar voor de mensen die hier komen, opdat ze weten dat jij hier ligt. Vorige Volgende