Franz Xaver Kroetz
Op reis naar het geluk
Een plaatsje bij het raam. Wat kan een mens nog meer verlangen. De baby huilt. God, wat een dom kindje ben je toch. Voor een trein hoef je toch niet bang te zijn. Een trein brengt je ver weg, waar het mooi is. Dat is het geheim.
Pauze
Omdat je niks van de wereld weet, daarom huil je nou. De trein zet zich langzaam in beweging Kijk, dit is het grote moment. Alles gaat bewegen en de kindjes zwaaien. Nu zwaait er niemand maar dat gebeurt onderweg misschien nog wel.
Pauze
Fijn hè, om in de trein te zitten. Papa wacht op ons.
Pauze
En hoe die wacht. Korte pauze Wat weet jij nou van je papa, je kent hem amper. Dat is een papa, die vind je niet elke dag.
Pauze
Trots is hij. En populair. Bij iedereen. Dat zul je zien.
Pauze
God, wat een dom kindje ben je toch: moet eerst met de trein naar zijn papa rijden om bij hem te zijn.
Pauze
Nou moet je opletten, zo meteen komt de controleur naar de kaartjes vragen. Mama heeft ze in d'r hand, zo kan er niks gebeuren, en ze heeft ook alles goed gevraagd. Dat was helemaal niet zo gemakkelijk. Maar mijn jongetje mag voor niets mee omdat hij nog een baby is en nog geen vier jaar, en de kinderwagen mocht ook mee omdat we een ‘klapstoel voor bagage’ gevonden hebben en niemand last van ons heeft omdat de trein toch niet helemaal vol is. Is dat even boffen! Jij mag helemaal voor niets meerijden. Zo lief zijn ze voor jou! En de controleur is een heel vriendelijke man, dat zul je wel zien. Omdat mama de voorschriften heel goed heeft gelezen. Korte pauze En als je een kaartje hebt zijn alle mensen aardig voor je! Mama zou wel tien van zulke peutertjes mee kunnen nemen, helemaal voor niets! Zo is dat.
Pauze
Kijk, een spoorboom. De eerste die we tegenkomen.
Pauze
Dat heeft de tijd nog voor ik je dat uit ga leggen. Maar als de spoorboom dicht is dan komt er een trein aan, dat is altijd zo, hè! Verkeer! Dan moeten alle kindjes goed opletten en naar hun mama luisteren. Nu nog niet. Maar later. Ik zal je wel zeggen als het zover is.
Pauze
Iemand die verre reizen doet, zeggen ze.
Heel lange pauze, het sonore geluid van de trein
Een coupé helemaal voor ons alleen! Dat maak je niet vaak meer mee tegenwoordig, maar wij hebben het geluk in pacht.
Pauze
Mijn jongetje kijkt helemaal niet naar buiten, hoewel mama het hem laat zien en hem omhooghoudt als er wat te zien is - omdat hij een ezel is en nog veel te klein. Ze lacht vrolijk
Pauze
Als de trein alleen maar voor òns reed dan zou hij steeds moeten blijven staan waar het mooi is. De machinist zou op een teken van mij in de achteruitkijkspiegel moeten wachten. En als ik dan met mijn hand zo doe dan weet hij, hier vind ik het mooi en dan gaat hij op de rem staan en stopt en dan stappen wij uit en gaan wandelen. Ze lacht vrolijk En als we er genoeg van hebben stappen we weer in, omdat de trein moet wachten, en dan zegt hij ‘tuut’ en rijdt verder. Net zo lang tot ik met mijn hand weer een teken geef, omdat het zó'n mooie streek is waar we rijden dat ik wil uitstappen en ervan genieten met mijn jongetje. En dat duurt wel tot de avond.
Pauze
Maar een mens kan niet alles hebben. Straks doe ik het raam een klein eindje open, zo, dat mijn jongetje geen last heeft van de tocht, dan komt de wind erin. Rijwind, heet dat. Mij hoeven ze niets te vertellen.
Pauze
Als je eenmaal groot bent spaart mama nog meer. En als het dan kerstmis wordt dan - (ze lacht) dan kopen we zomaar een elektrische trein.
Lange pauze
Plechtig Dan rijdt hij door het land der dromen.
Pauze
En niemand kan hem tegenhouden.
Pauze
Dat gaan we doen, mama gaat sparen!
Pauze
Zo'n domme jongen, eerst huilen en nou slapen, terwijl we naar